Oranje petunia : whodunit?
“In 1987 is er ooit een oranje petunia gemodificeerd”, vertelt Simons. “Daar hebben verschillende veredelingsbedrijven destijds aan deelgenomen. Toen was dat nieuw en was men erg enthousiast: dit zou het wel eens helemaal kunnen worden. Maar 1987 is geen 2017, want zo relaxed als men toen was, zo gespannen is men nu. Men moet er nu niets meer van hebben, of althans, een grote gereserveerdheid heeft de overhand. Daarom heeft men, de bewuste bedrijven en kennisinstellingen, op gegeven moment alle materiaal vernietigd.”
Of toch niet? En dat is de crux van het verhaal. “Nu er toch oranje petunia’s op de markt zijn is het niet uit te sluiten dat het materiaal dat daarvoor gebruikt wordt misschien terug te voeren is op dat materiaal uit 1987. Dat is mogelijk: dat er in de afgelopen jaren ergens iemand geen weet had van het GMO programma en heel enthousiast is geworden van oranje petunia’s – waar ter wereld weten we niet – en dat dat bewuste materiaal, dat dan dus toch niet helemaal vernietigd was, weer is gekruist.”
Speculerend naar de oorsprong, houdt Raimund Schnecking van het Duitse veredelingsbedrijf Volmary er een soortgelijke theorie op na. "Bij een aantal veredelingsbedrijven hier in Duitsland bestaat het vermoeden dat het materiaal afkomstig is van proeven, die in 1990 werden gedaan aan het Max Planck Institute in Keulen. Deze proeven waren strikt wetenschappelijk van aard en werden uitgevoerd op voorwaarde dat het materiaal na afloop zou worden vernietigd. Misschien is dat niet of niet helemaal gebeurd - en dan zou het ook een security vraag zijn."
Onnatuurlijke kleuren
Zou het materiaal afkomstig zijn uit vroege experimenten met genetisch modificatie, en vervolgens toch weer zijn ingekruist, dan zou dat veredelaars vrijpleiten. Die mogen immers elkaars materiaal gebruiken in het ontwikkelen van nieuwe soorten. Maar dan rijst de vraag, wat te denken van de bewering dat oranje geen natuurlijk kleur in petunia is (althans, zo verklaarde een onderzoeker van EVIRA eerder).
In dat verband is het weer wonderlijk op te merken, dat slechts in een deel van alle oranje, door het RIKILT geteste petunia variëteiten bewijs is gevonden voor GMO. Bovendien is de markt vol met “unnatural” colours, weet Richard Petri van Selecta One. Het bedrijf is een van een handvol veredelaars die een aantal van de bewuste soorten in het assortiment heeft. “Het is nu juist het werk van de veredelaars net dat nieuwe kleurtje, die vorm of dat patroon te vinden. Kijk maar naar het assortiment geraniums of calibrachoa, daarin zijn het allemaal in de natuur niet voorkomende variëteiten wat de klok slaat. En toch zijn deze allemaal langs conventionele verdelingsmethoden tot stand gekomen.”
Andere soorten?
Is het mogelijk dat er nog andere planten en/of snijbloemen in omloop zijn, waarin soortvreemd materiaal aanwezig zou kunnen zijn? “Ik zou het niet durven zeggen”, Aldus Richard. “Wij hebben ons petunia assortiment onder de loep laten nemen door een extern en onafhankelijk onderzoeksbureau. Ons petunia assortiment is nu 100 procent GMO vrij.”
Ook, benadrukt Richard, is het goed je te realiseren dat genetische modificatie niet veelvuldig toepassing vindt binnen de sierteelt. Je kunt allicht lichtzinnig over GMO praten, maar het praktisch uitvoeren ervan is een tweede. "De petunia is een relatief gemakkelijk gewas om genetisch te modificeren, maar ook is er weinig prikkel om GMO te gebruiken omdat er middels conventionele methoden al zo veel kleuren en vormen zijn te creëren. Kijk maar naar onze petunia Nightsky: een nieuw kleurenpatroon op de conventionele manier verkregen."
Simons voegt daar nog aan toe dat het feit, dat er toch (en als het vermoeden klopt, al enkele decennia) dergelijk materiaal in omloop heeft kunnen zijn, ook te maken kan hebben met de sierteeltsector zelf. Veel meer dan in de groenten is de veredeling in de sierteelt altijd meer versnipperd geweest, waardoor oneigenlijk verkregen materiaal makkelijker een eigen leven kan leiden en de bron moeilijker te traceren zou zijn.