Collega's van Kolster Jan-Dirk Davelaar en Wouter den Hollander in het gewas (foto is niet actueel maar het gewas staat er nu wel ongeveer zo bij).
“Ongeveer 10 procent van onze omzet wordt nu gerealiseerd uit pioenen,” vertelt Kolster. “Veel plantmateriaal dat wij leveren zijn eigen en/of door ons geoptimaliseerde gewassen, maar in de pioenen is alles vrij assortiment. Omdat bestaande klanten bij ons kwamen met de vraag of wij niet ook plantmateriaal voor pioenen konden leveren, zijn wij dit segment eigenlijk als vanzelf ingerold. Hoewel relatief klein, is het voor ons een belangrijk product. De markt vraag om steeds meer pioenen, in alle segmenten, en ook wordt de export voor ons steeds belangrijker.”
Prijsvorming
Binnenkort worden de eerste pioenen van buiten verwacht. Wat tot nog toe op de markt verschenen is komt uit plastic tunnels en de kas. De prijsvorming is goed, maar dat is eigenlijk altijd zo bij de eerste pioenen. Ook is het weer gematigd en is de aanvoer gestaag. “Tot nog toe is er geen klagen dus,” gaat Kolster verder, “maar het is simpelweg nog te vroeg om van een succesvol seizoen te spreken. Als het ineens erg warm wordt, bijvoorbeeld, dan zou je een prijsval kunnen zien. Maar gezien recente marktontwikkelingen is men over het algemeen optimistisch gestemd.”
Moederdag
Met Moederdag werd dit jaar leuk verkocht. “Moederdag is altijd een beetje spannend in de pioenen. Meestal ‘haalt’ de buitenteelt het niet – dat wil zeggen – komt de productie van buiten pas later op gang. Dat was dit jaar ook zo. Maar zij die met tunneltjes werken hebben voor goed geld weggesneden,” vertelt Kolster.
.jpg?preset=ContentFullSmall)
De meest geteelde pioen: de Paeonia Sarah Bernhardt
Teelt
De pioen is een langdurige teelt. De knol plant men normaal gesproken in het najaar (oktober). Het eerste jaar is er dan nog geen oogst. Pas vanaf het tweede jaar kan er gesneden worden. Er wordt zowel in de kas als buiten geteeld en voor beide zijn voor- en nadelen te geven. Variëteiten die in de kas geteeld worden, zijn doorgaans wat slapper dan wanneer dezelfde cultivars buiten geteeld worden. Ook is binnenteelt duur omdat de teelt lang is. Daar staat tegenover dat je als teler vrij weinig nodig hebt: de knollen gaan gewoon de grond en er moet alleen beregend, bemest, gelucht en af en toe misschien wat gespoten worden. Daarom worden vaak oude kassen gebruikt. Het grote voordeel is natuurlijk dat je vroeg kunt leveren. De buitenteelt komt altijd later – maar die komt weer wel met de mooiste en sterkste bloemen.”
.jpg?preset=ContentFullSmall)
Een meer exclusieve soort: de Monsieur Jules Elie
Nederland
Voor de pioen is het klimaat in Nederland precies goed (ons land is de grootste pioenenproducent in Europa). Interessant is dat er qua levertijd een soort golf van zuid naar noord waarneembaar is. “Dezelfde cultivar kan in Limburg wel twee weken eerder zijn dan in het noorden van het land. Dit leidt wel eens tot problemen. Omdat er altijd een soort race gelopen wordt en iedereen als eerste wil leveren, werd er vroeger wel eens te vroeg gesneden. De bloemen kwamen dan erg rauw op de veiling – en soms zelfs zo rauw dat de knoppen niet open gingen. FloraHolland heeft toen maatregelen genomen en is strengere eisen gaan stellen. Nu komt dit eigenlijk bijna niet meer voor hoor,” besluit Kolster. “Pioentelers hebben over de laatste jaren steeds beter geleerd het ideale snijmoment te bepalen. Bovendien is een pioen die niet opent slechte reclame voor de sector als geheel.”
Voor meer informatie:
KolsterRobert Jan Kolster
Rijneveld 122 a
2771 XR Boskoop
T: 0172-217090
F: 0172-218197
E: [email protected]
www.kolster.nl