Schijnzelfstandigheid in tuinbouw
Van schijnzelfstandigheid is sprake wanneer mensen formeel werkzaam zijn als zelfstandigen, terwijl op grond van feiten en omstandigheden sprake is van een arbeidsovereenkomst. Met een dergelijke constructie worden vaak loonheffing, premies werknemersverzekeringen en arbeidsrechtelijke bescherming ontweken en kunnen onterecht fiscale (ondernemers)faciliteiten worden geclaimd. Ook kan hiermee de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) voor bepaalde groepen worden omzeild.
Aan Asscher werd gevraagd hoeveel schijnzelfstandigen in Nederland zijn en in welke sectoren ze werkzaam zijn. Daar zijn geen gegevens over, schrijft Asscher.
Schijnzelfstandigheid speelt bij buitenlandse arbeidskrachten uit landen waarvoor beperkingen op het vrij verkeer van werknemers van toepassing zijn. Deze arbeidskrachten mogen wel als zelfstandige werken, maar niet zonder meer als werknemer; in dat laatste geval moet de werkgever over een tewerkstellingsvergunning beschikken. Tot 1 januari 2014 was deze situatie van toepassing op Bulgaarse en Roemeense arbeidskrachten. Sinds 1 juli 2013 is dit van toepassing op Kroatische arbeidskrachten. Daarom speelt schijnzelfstandigheid in de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) nu vooral ten aanzien van de Kroaten.
Het aantal schijnzelfstandige Kroaten dat de Inspectie sinds medio 2013 aantreft is lager dan het aantal schijnzelfstandige Bulgaren en Roemenen dat voor 2014 werk aangetroffen. Kroatië heeft ook veel minder inwoners dan Roemenië en Bulgarije.
De Inspectie SZW treft schijnzelfstandigen in het kader van de Wav met name aan in de Bouwsector en in de Land- en Tuinbouw. Als de Inspectie SZW tijdens controles schijnzelfstandigen aantreft wordt deze informatie gedeeld met de Belastingdienst.