Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Mechanische filtratie van irrigatiewater

Voor langdurig en probleemloos gebruik van een irrigatiesysteem is schoon water vereist. Als dat niet het geval is, is filtratie noodzakelijk. Om dat goed te doen, moet onderscheid worden gemaakt in chemische, biologische en mechanische vervuiling. Stefan Bakker, productmanager Revaho, gaat in dit artikel in op de mechanische verontreiniging door slib, grind, kalkbrokjes en zand.

Vuildeeltjes opvangen
Voor het mechanisch filteren van het gietwater wordt als het ware een vergiet in de leiding aangebracht om deeltjes op te vangen. Afhankelijk van de grootte van de mazen (500 tot 10 mircon) gaan vuildeeltjes er wel of niet doorheen. Voor gietwater is meestal een filtratie tussen 80 en 130 micron nodig. De mate van filtratie is gekoppeld aan het emissiepunt (=druppelaar of sproeier), waar het water op het eind doorheen gaat. Voor de Kameleon High, de meest toegepaste druppelaar in de Nederlandse kassen, is 80 micron als hoofdfiltratie bij de unit nodig en 130 micron als de kraansetfiltratie.

Oppervlakte filtratie
Vanwege de verschillende vuilfracties zijn er twee filtratiemethodieken: oppervlakte en diepte filtratie. Oppervlakte filtratie gebeurt met een kleine en compacte schermfilter, dat eenvoudig schoon is te maken. Vuildeeltjes kunnen hier wel of niet doorheen; vuilfracties die kleiner dan de mazen zijn, worden niet tegengehouden. Schermfilters moeten regelmatig worden schoongemaakt.

Diepte filtratie
Diepte filtratie gebeurt met zand of grind, waar vezelige vervuiling in vastloopt. Zandfilters filteren meestal op 80 micron, maar verminderen ook de kleinere vuilfracties in het water. De helft van de werking van een zandfilter komt doordat het vuil tussen de zandkorrels blijft hangen en de andere helft komt door aanhechting aan het zand. Dit kan omdat de korrels van het filtratiezand niet rond zijn, maar een ruw oppervlak hebben waar het vuil op gaat zitten.
Behalve het dagelijkse terugspoelen van het zand, is vervanging van het filtratiezand minimaal 1x per drie jaar, maar liever vaker, noodzakelijk.

Contacttijd
De werking van het zandfilter is afhankelijk van de contacttijd tussen water en zandkorrel. Bij een snelle doorloop worden alleen de grote delen weggevangen, die er niet door kunnen. Maar bij een langzame doorloop, vangt het zand ook de kleine vuilfracties af. Dus hoe langzamer, hoe meer kleine vuildeeltjes uit het water zijn. Dit geeft een grotere vuilreductie, omdat met hetzelfde zand zowel grove als kleine vuildeeltjes eruit zijn te halen.

De maximale doorloopsnelheid van water voor watergeeftechniek is 50 m/uur. Voor water geschikt voor UV-reiniging (10-25 micron) is de maximale snelheid 10 m/uur. Voor langzame zandfiltratie is de maximale snelheid 0,1-0,3 m/uur; het water wordt dan echt brandschoon!

Vertraging zandfilter
Anders dan met een schermfilter heeft een zandfilter een vertragend effect op bijvoorbeeld wijziging van EC-waarden of toedienen van supplementen. Het ontwerp van het systeem moet dan goed zijn, waarbij bijvoorbeeld de meststoffen en supplementen na het zandfilter worden geïnjecteerd. Bij een schermfilter hoeft dat niet per se.

Ziektedruk voorkomen
Vuildeeltjes die na het filter nog in het water zitten, kunnen meegaan naar het emissiepunt of zich aan de binnenkant van de leiding hechten. Veel kleine vuildeeltjes vormen een draadplaag, waarin bacteriën, schimmels en virussen kunnen groeien die de ziektedruk verhogen. Om dat tegen te gaan, is veelal inzet van producten met chloor, zuur of waterstofperoxide nodig. Daarom is het beter om te zorgen voor goede filtratie, waardoor het leidingensysteem schoon blijft. Dat maakt het gebruik van genoemde chemische middelen veel minder.

Kraansetfilters
Bij druppelbevloeiing zijn kraansetfilters in de kas noodzakelijk, omdat de kasareaal steeds groter worden. Het water is hierdoor steeds langer onderweg, waardoor er meer 'samenklontering' van vuildeeltjes kan plaatsvinden. De kraansetfilters (eenvoudige schermfilters) geven dan de laatste beveiliging tegen verstopping van de druppelaars of sproeier, ook bij eventuele calamiteiten.

Bron: Glastuinbouw Waterproof
Publicatiedatum: