Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

HNT Gerbera: resultaten uit de praktijk

Het is alweer 5 jaar geleden dat bestuurslid Leo van Holstein aanklopte bij TTO om de overgang van HNT ‘in het onderzoek’ naar de praktijk te maken. Inmiddels maakt het bedrijf alweer vanaf het najaar van 2012 gebruik van systemen die het makkelijker maken om twee schermen gesloten te houden.



Holstein heeft de eerste twee seizoenen geteeld met luchtslurven ‘onderdoor’ het gewas en mede door het monitoringsproject van TTO werd na twee seizoenen duidelijk dat dit niet de weg was en is de gehele kas per 2015 ingericht met slurven ‘bovendoor’.

Er liepen binnen de Gerberateelt twee monitoringsprojecten bij Gerbera: een bij Holstein met TTO en de andere bij Zuijderwijk-Witzier met Wageningen UR. Projectleider Inno-Agro en de BCO van TTO hebben tezamen zich ingespannen om de twee projecten onder een paraplu te brengen. Hierdoor kwam er meer kennis aan boord (Peter v Weel ; Wageningen UR) werd de kennisuitwisseling geoptimaliseerd.

In het monitoringsproject afgelopen seizoen zijn er twee typen systemen gemonitord op twee verschillende bedrijven:
  1. Zuijderwijk: Luchtinbreng ‘bovendoor’ middels het ventilation jet systeem 24.600 m2
  2. Holstein: Luchtinbreng ‘bovendoor’ middels luchtslurven AFD 1 t/m 8 ; totaal 45.600 m2


De vragen die in de praktijk leven betreffen natuurlijk wat de voor- en nadelen van deze systemen zijn, hoeveel energie er bespaard wordt en welke teeltvoordelen er kunnen worden behaald. Een korte selectie:

Het blijft lastig om verschillende bedrijven met ook verschillende kasopstanden (bjr) en belichtingsintensiteiten te vergelijken, daarom allereerst de twee bedrijven van Holstein Flowers:



Wanneer beide bedrijven met elkaar vergeleken worden, is de energiebesparing 12%. Voor een buitenstaander kan dat als een slechts kleine verbetering worden opgevat. Daarom is het ook goed om eens te kijken naar vergelijkbare bedrijven in de praktijk:

Fikse besparingen op energie
Zowel Zuijderwijk als Holstein zijn de koplopers op het vlak van implementatie van de principes van HNT en weten ook met 2 schermen en zonder LBK een goed resultaat te halen. Kijken we in de vergelijking naar deze twee bedrijven t.o.v. collega bedrijven in de praktijk, dan zien we dat de besparing in MJ in 2015 voor Holstein zo’n 19 % is geweest ten opzichte van een gemiddeld praktijk verbruik van 1645 MJ over 2015. Zuijderwijk-Witzier heeft in deze periode zelfs 37 % energie bespaard ten opzichte van het groepsgemiddelde.

Het eindverslag van bovenstaand onderzoek is eind oktober te downloaden van de website van TTO.

Diepgaander onderzoek naar energieverbruik, uitstraling en natslaan bloem
In 2015 was de veronderstelling dat de netto uitstralingsmeter en de Pyrgeometer tezamen een exact beeld gaven van de hoeveelheid uitstraling die gecompenseerd moet worden (door scherm, buis of combinatie van beiden). Het bleek genuanceerder te liggen, omdat de bloem boven het gewas uitsteekt en de meetbox geen waargetrouw beeld geeft van het microklimaat rondom de bloem. De volgende beelden van een warmtecamera maken dat duidelijk: er zijn momenten dat het hart van de bloem qua temperatuur onder het dauwpunt komt.



Reden om komende jaar de monitoring voort te zetten met een focus op de uitstraling van de bloem middels private bijdrage van de gewascoöperatie, reserves binnen het project van TTO en een aanvraag (50%) bij Programma Kas als Energiebron.

Voor meer informatie kan men contact opnemen met Leo van Holstein (mail) of projectleider Stefan Persoon (mail of 06 – 47 36 60 20)
Publicatiedatum: