Onderzoek naar maximale lichtbenutting Phalaenopsis van start
Timing belichting belangrijker dan lichtsom
Uit het vorige onderzoek bleek dat er dus fors kan worden bespaard op belichting, zonder dat dat enig effect heeft op de CO2-assimilatie per etmaal of het aantal bloemen. Phalaenopsis is 14 à 15 uur per dag bezig met het opnemen van CO2. CO2-opname is dus niet alleen in de nacht, maar ook een fors aantal uren in het licht. Immers, de nachtlengte is vaak maar 8 tot 10 uur. Ook gedurende de uren dat er CO2-opname plaatsvindt in het licht wordt het CO2 vooral vastgelegd als malaat in de cellen. Die uren wordt het licht dus niet of slechts beperkt benut voor de fotosynthese. De 9 à 10 uur per dag dat Phalaenopsis geen CO2 opneemt wordt het licht wel goed benut: Dan komt CO2 vrij uit malaat en wordt met behulp van licht omgezet in suikers.
Je zou denken dat je het licht beter uit kan zetten op de uren dat het licht niet benut wordt voor fotosynthese. Maar dat bleek niet zo te zijn: Verkorten van de daglengte van 16 naar 11.5 uur bij eenzelfde lichtsom verlaagde de CO2-opname. Maar een lagere lichtintensiteit gedurende de ‘inefficiënte uren’ werkte wel: starten met 30 in plaats van 90 µmol/m2/s en in de namiddag alleen daglicht gaf eenzelfde plantkwaliteit als 16 uur voluit 90 µmol/m2/s bij belichten. Zo is 32% elektra bespaard. Een goede timing van de belichting blijkt dus belangrijker dan de lichtsom op zich.
Vervolg 2016-2017
In de proeven van afgelopen seizoen is de besparende belichtingsstrategie in de opkweek en afkweek toegepast bij ras Sacramento. Niet in de koeling om het risico op een mogelijke vermindering in aanleg van het aantal bloemtakken uit te sluiten. Dit seizoen wordt onderzocht of de besparing ook in de koeling kan. Waarschijnlijk geeft dimmen van het licht op die uren dat de plant licht slecht verwerkt ook minder kans op koudeschade. Verder wordt in de klimaatkamers van Plant Lighting ook een nog verder gaande strategie getoetst voor besparing op elektriciteit.
Tegelijk aan het onderzoek in de klimaatkamers wordt het ‘succesrecept’ van vorig jaar opgeschaald naar proefkassen bij Ter Laak Orchids met meer verschillende rassen en wordt vergeleken met een controle. Een spannende vraag is of het ritme van lichtbenutting vrijwel hetzelfde is voor alle vier de rassen. Dat zou praktijktoepassing van de besparende belichtingsstrategie een stuk eenvoudiger maken dan wanneer er grote verschillen blijken te zijn. Verder is de vraag of minder belichten in de praktijk tot problemen leidt die in de klimaatkamer niet tot uiting komen, bijvoorbeeld door de verminderde stralingswarmte. Als er geen problemen blijken te zijn dan kan de praktijk een flinke slag maken met elektrabesparing.
Bron: Kas als Energiebron