Einde aan octrooien op natuurlijke planteigenschappen
Het nu opgestelde en per afgelopen vrijdag in werking getreden verdrag kent een lange aanloop en jaren van gelobby. Het is dan ook ingewikkelde materie, dat hele patentwezen, en al helemaal als het aankomt op processen waar wetgever en EOB ook niet noodzakelijkerwijs in onderlegd zijn. Maar in een notendop is te concluderen: een claim, waarvan het gezond verstand zegt dat die nooit gemaakt kan worden ('hoezo, een rode paprika is van jou?'), kan nu daadwerkelijk niet meer gemaakt worden. Of zo: een "essentieel biologisch proces" is niet octrooieerbaar. Wanneer in de natuur door planten-seks een nieuw en uniek individu ontstaat, is de genetica van dat individu niet octrooieerbaar, óók niet als die planten-seks plaats heeft onder de microscoop van de veredelaar.
Niet waterdicht
Tegelijkertijd weet men nu al dat hiermee geen waterdicht systeem gecreëerd is. Er is in uitzonderingen voorzien en wie weet vindt men mazen in wet. Bijvoorbeeld, het is het nog wel mogelijk verschillende processen en technieken voor te leggen. Wel is in de nieuwe wet opgenomen dat bij het toekennen van een octrooi voor een dergelijk proces of techniek gezocht wordt naar de meest 'beperkende beschrijving': een bepaald resultaat uit een proces of techniek mag gepatenteerd worden voor een specifieke uitkomst, maar vervalt bij de minste aanpassing. "We moeten zien hoe het gaat uitpakken", beamen de verschillende partijen.
Lobby
Toen men alweer jaren geleden begon tegen het bestaande octrooirecht te lobbyen, bestond er oppositie vanuit twee hoeken. Enerzijds de grote veredelingsbedrijven, die met de mogelijkheid natuurlijke planteigenschappen te octrooien 'een extra verdienmodel naast het eigenlijke verdienmodel poogden neer te zetten' (aldus Nico van Ruiten, voorzitter LTO). Daarnaast kwam er ook verzet uit onverwachte hoek, namelijk van grote multinationals, met name uit de biotechhoek. Judith de Roos, jurist Intellectueel eigendom bij Plantum: "Het was een soort stressreactie. Los van het eigenlijke voorstel, maakte het feit dat überhaupt een voorstel voor het inperken van het octrooirecht in behandeling zou worden genomen deze partijen nerveus." "Maar omdat we simpelweg zulke sterke argumenten hadden, kon men er simpelweg niet omheen," vult Niels Louwaars aan. "Zaken als voedselveiligheid en biodiversiteit hebben immers met ons allemaal te maken."
Kostenverlaging
Ook positief is dat het besluit een kostenverlaging zal inhouden voor veredelaars. Niels Louwaars wees op het feit dat veredelaars, naast mensen die verstand hebben van de bloemetjes en de bijtjes, ook steeds meer juristen in huis moesten hebben, om er maar voor te zorgen dat er nooit 'fouten' gemaakt werden waardoor men vervelende claims aan de broek kon krijgen. Ook betekenden de bestaande octrooien - het zijn er ruim 100, die nu allemaal herzien zullen worden (en, zo is de verachting, goeddeels zullen vervallen) - een kostenstapeling bij collega-veredelaars, die immers voor ieder gen weer moesten afdragen.
Consument
De consument zal van dit alles, tot slot, niet direct veel merken. Mogelijk dat, uiteindelijk, producten iets goedkoper worden, maar dat moet maar blijken. Wel zal het, zo wordt uiteraard gehoopt, de product diversiteit ten goede komen en dus een breder schap garanderen. In onze streken had het onderwerp relatief veel publieke interesse, wat ook komt door het feit dat Nederland sterk vertegenwoordigd is in de wereldwijde veredelingssector. De wijzigingen bij het EOB zijn dan ook vooral onder druk van Nederlandse instanties ingegeven. In veel andere landen leeft het onderwerp veel minder stof doen opwaaien, simpelweg omdat het voor de meeste mensen een abstracte discussie en ver-van-m'n-bed show is. Bij ons hebben we het EOB en ook Amerika kent een sterk ontwikkeld octrooirecht, maar in veel andere landen bestaat dergelijke wetgeving niet.