Je krijgt deze pop-up te zien omdat dit de eerste keer is dat je onze site bezoekt. Krijg je deze melding altijd te zien dan heb je je cookies uitstaan en zullen die blijven verschijnen.
U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).
Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken. Bedankt!
Je ziet deze popup omdat dit de eerste keer is dat u de site betreed. Als u dit bericht blijft krijgen zet dan alstublieft uw cookies aan
Californië: lege bloemenkassen opgekocht voor cannabis
De VS sloot in 1991 een handelsovereenkomst met vier Zuid-Amerikaanse landen als onderdeel van hun 'War on Drugs' antidrugsmaatregelenprorgramma. Dit bleek vernietigend voor de bloemenkwekerijen langs de Californische kust, vooral in de Salinas Valley. Nu recreatieve marihuana volgend jaar wordt gelegaliseerd (Proposition 64), worden de lege bloemenkassen achter elkaar in een vastgoedhausse opgekocht.
Het doel van de 'Andean Trade Preference Act' (handelsvoorkeurwet) was om telers in de Andes aan te moedigen het telen van cocabladeren op te geven door landbouwheffingen te elimineren. Voormalige cocatelers in Ecuador en Colombia begonnen inderdaad snijbloemen te kweken en aan de VS te verkopen waar ze telers in San Diego, Ventura, Santa Barbara, San Luis Obispo en Monterey ondermijnden.
In 2009 waren snijbloemen dankzij deze wet het tweede grootste importproduct met een waarde van $625 miljoen. In de Salinasvallei, een van de meest productieve landbouwregio's in de staat, leidde de goedkope import grotendeels tot het falen van 150-200 bloemenkwekers en het verlaten van honderdduizenden vierkante meter kassen.