CO2-emissie glastuinbouw in 2016 verder gedaald
In de periode 2010-2016 daalde de totale CO2-emissie met 2,5 Mton. Na temperatuurcorrectie was de daling 2,2 Mton. Deze daling kan voor 77% worden verklaard door krimp van het areaal, minder verkoop elektriciteit, meer duurzame energie, minder inkoop warmte en meer inkoop elektriciteit. Het resterende aandeel van 23% wordt verklaard door het saldo van de factoren intensivering, extensivering en energiebesparing. In de periode 2010-2015 was het aandeel van energiebesparing in de CO2-reductie 30%. Het aandeel van energiebesparing is in 2016 verder toegenomen.
Energie-efficiëntie
De index van de energie-efficiëntie liet in 2016 een verbetering zien van 1 procentpunt en kwam uit op 41% ten opzichte van basisjaar 1990. De glastuinbouw gebruikte daarmee 59% minder primair brandstof per eenheid product dan in het basisjaar. De verbetering in 2016 komt door een afname van het primair brandstofverbruik per m2 met 1% en een toename van de fysieke productie per m2 met 0,5%.
Duurzame energie
Het aandeel duurzame energie groeide in 2016 met 0,6 procentpunt naar 5,5%. Het absolute gebruik steeg met 0,6 PJ naar 5,4 PJ. Het groeitempo nam in 2016 ten opzichte van 2014 en 2015 af. Dit kwam enerzijds door technische problemen bij aardwarmteprojecten en anderzijds door minder nieuwe duurzame energieprojecten. In 2016 voorzag aardwarmte in 50% van de toegepaste duurzame energie, op afstand gevolgd door inkoop van duurzame elektriciteit (17%), de inzet van zonne-energie (14%), biobrandstoffen (13%), inkoop duurzame warmte (5%) en inkoop duurzaam gas (1%). De groei zat in 2016 bij aardwarmte en inkoop duurzame elektriciteit. Het aandeel duurzaam in de glastuinbouw loopt achter op het aandeel voor Nederland als geheel dat 6,0% bedroeg, wel groeit duurzame energie in de glastuinbouw sneller.
Elektriciteit
In 2016 produceerde de glastuinbouw zo’n 9 miljard kWh elektriciteit met warmtekrachtkoppeling en dekte daarmee 8% van de nationale consumptie. Het totale vermogen van het warmtekrachtpark van de glastuinbouw was per eind 2016 circa 2.700-2.800 MWe en laat sinds 2012 een daling zien. De daling komt door krimp van het areaal, lagere elektriciteitsprijzen en toename van duurzame energie. De gemiddelde gebruiksduur van de wkk is in de periode 2011-2016 met bijna 20% gedaald.
Door het kleinere vermogen en de kortere gebruiksduur is de verkoop van elektriciteit in de periode 2010-2016 met bijna 40% tot 4,9 miljard kWh afgenomen. De inkoop van elektriciteit beweegt zich in de periode 2010-2014 tussen de 2,2 en 2,5 miljard kWh per jaar. De jaren 2015 en 2016 lieten een toename zien tot 2,6 miljard kWh. De elektriciteitsconsumptie bedraagt in 2016 naar schatting ruim 7 miljard kWh. Dit komt overeen 6% van de nationale consumptie.
Inkoop warmte
De hoeveelheid ingekochte warmte nam in 2015 en 2016 na vele jaren van teruggang weer iets toe door uitbreiding van het areaal dat gebruik maakt van ingekochte warmte en een relatief koude winter. Inkoop warmte had in 2016 een aandeel in het totale energiegebruik van de glastuinbouw van bijna 4%.
CO2-doel
In 2014 is de Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw 2014-2020 afgesloten tussen de glastuinbouwsector en de overheid. Het doel in de Meerjarenafspraak was een maximale totale CO2-emissie van 6,2 Mton in 2020. De convenantspartijen hebben het CO2-doel technisch gecorrigeerd naar 4,6 Mton voor krimp van het areaal en minder verkoop van elektriciteit.