Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Op zoek naar een alternatief voor de chemische lijmplug

De meeste kleine plantjes starten hun leven in een lijmplug, een substraat van schors dat met niet-biologische lijm bij elkaar wordt gehouden. Zo ook de varens van John Bijl. Maar de varenkweker ziet de weerstand tegen deze chemische lijmpluggen toenemen. Maar hoe vind je een duurzaam alternatief? Met deze vraag stapte John naar Ted Slaghek, die toen bij TNO werkte en vanaf 1 januari 2018 onderzoeker is bij Wageningen Food & Biobased Research.

John Bijl werkt bij Vitro Plus, een varenkwekerij in Burgh-Haamstede. Op zijn bedrijf worden de planten via weefselkweek vermeerderd op lijmpluggen. Deze pluggen zijn de ‘dragers’ voor de plant tijdens het opkweken. Maar John ziet de weerstand tegen chemische pluggen toenemen: “Onze eindafnemers gaan eisen stellen aan het substraat. Als het niet duurzaam is, willen ze de planten niet meer. We moeten echt naar een alternatief voor de lijmplug, een biologisch verlijmbaar substraat dat niet schadelijk is voor milieu en plant.”



De alternatieve plug moet niet alleen vrij zijn van chemische middelen. De teelt van varens is de afgelopen jaren sterk geautomatiseerd. De alternatieve plug moet ook – net als de chemische lijmplug - voldoende stevig zijn om door een machine opgepakt te kunnen worden.

Bakken en braden
John kwam bij zijn vraag bij TNO terecht. Ted Slaghek, die nu onderzoeker is bij Wageningen Food & Biobased Research, is vanaf de start bij het onderzoek betrokken: “Als organisch chemicus word ik heel blij van het bakken en braden van verbindingen. Er zijn voldoende biologische binders beschikbaar in de voedingsmiddelenindustrie, maar die zijn niet allemaal geschikt voor het kweken van planten. We moesten op zoek naar een binder met niet teveel zout en die voldoende lucht en water doorlaat, zodat de plant ook goed kan groeien”.

Juiste recept
Hier is uiteindelijk een goede basisgrondstof uitgerold: Carboxymethylcellulose (CMC). Deze stof wordt gewonnen uit bomen en gebruikt als verdikkingsmiddel in levensmiddelen (ijs). Het zit ook in non-foodproducten zoals tandpasta en zalven. Met deze stof zijn testen gedaan in het laboratorium en in de kas, bij de varens van John. “En op een gegeven moment heb je het juiste recept te pakken”, aldus Ted.

Met dit recept zijn Ted en John naar AkzoNobel gegaan, de producent van onder andere CMC. Deze industriële producent heeft een proefpartij substraat - met CMC als basis - van 10 kilo gemaakt. John: “De samenstelling hiervan was nog niet helemaal goed, het had nog wat meer stevigheid nodig. Maar nu zijn we inmiddels zover dat we een kant-en-klaar product hebben dat we voor onze varens kunnen gebruiken!”

Grammetje
Volgens Ted zijn er binnen dit project twee werelden bij elkaar gekomen: die van de wetenschap en de tuinbouw: “De techniek was er al, maar met elkaar kom je tot een nieuwe innovatie. We zijn van een grammetje in het laboratorium naar industriële schaal gegaan”.

Deze nieuwe biologische lijmpluggen zijn niet alleen interessant voor het kweken van varens. John: “Voor al het uitgangsmateriaal dat in pluggen wordt gekweekt, is dit een mooie ontwikkeling”.

Bron: Greenport Aalsmeer
Publicatiedatum: