Tholen - In een goeie teelt staat het functioneren van de plant staat centraal, en een lager energieverbruik is dan een logisch gevolg. Dat is de eigenlijke gedachte achter een potplantenproef van Delphy in Bleiswijk, waar gekeken wordt of met het toelaten van meer licht winst te behalen is in een teelt zamioculcas en dipladenia. Dat is er dus, en niet zo’n beetje ook, zo blijkt uit de proef. Er is sprake van een gasbesparing van 45% (!). Een tweede, spectaculaire vondst is dat daarbij lichtniveaus zijn toegelaten, die normaal gesproken geen plantenteler aan zou durven.
Eric de Rooij, gewasadviseur bij Delphy, vertelt de groep over de proef
De aanleiding voor deze proef waren o.a. de vaststellingen dat er in de winter heel veel gas verstookt wordt, maar er nauwelijks groei plaatsvindt. Het sterke vermoeden dat bij weinig licht de temperatuur eigenlijk beter naar beneden kan en dat door beter buisgebruik en ventileren een actiever groeiklimaat gerealiseerd kan worden. Daartoe werden twee dezelfde proeven opgezet: één waarin een min of meer traditionele teelt werd aangehouden en een ander waarin in de winter lagere temperaturen werden aangehouden, er met extra schermen geïsoleerd werd, de minimumbuis niet meedeed en in plaats daarvan flink geventileerd werd. In de zomer daarentegen werd juist extra licht toegelaten, werd er veel verneveld en werden hoge temperaturen toegelaten.
45% minder gas
Resultaat? De Zamio's waren vier weken sneller dan normaal en bovendien voller; de dipladenia had flink meer bloemen. Bovendien werd in deze proef 45% minder gas gebruikt dan in de referentiekas. Als enige minpunt werd een wat tragere opkomst in de winter vastgesteld.
Hebben telers dan zitten slapen? De tijd dat gas bijna gratis was, zo weet de oude garde, ligt toch al even achter ons? En is het zogezegd meer 'mee-telen met het seizoen' dan zo counter-intuïtief?
Tristan Marcal Balk, die de proef vanuit Delphy begeleidt
Heel veel licht
Een deel van het antwoord is gelegen in het feit, dat men allicht te huiverig is geweest voor het toelaten van teveel licht. Een plant kan immers lijden onder hittestress en zelfs verbranden, wat uiteraard voorkomen dient te worden. Maar met het oog op 'Plant empowerment', het idee zich als het ware in de plant te verplaatsen en naar de plant zelf te luisteren, blijkt de angst niet altijd gegrond.
Wie dat als geen ander, en op technisch vernuftige manier kan illustreren, is Vincent Jalink van CropObserver. De CropObserver is een apparaat waarmee, door gebruik te maken van lasers, de fluorescentie van groen blad geweten kan worden. Op basis daarvan is af te leiden wat de eigenlijke activiteit van het blad is, oftewel hoeveel procent van het licht effectief gebruikt wordt voor fotosynthese. Dat betekent dat bijna realtime de plantactiviteit gemeten wordt en dat je dus niet meer achter de feiten aan hoeft te lopen. Dat je kunt handelen, niet op basis van wat je ziet, maar op basis van een actueel fysiologisch rapport. Of met nog andere woorden: zag je in het verleden dat je de week of de maand ervoor iets niet goed gedaan had, nu zie je het direct.
Dat is 'm, de CropObserver
Plant Empowerment
En dat was de tweede grote eye-opener op het Middagje Tuinen in Bleiswijk. We moeten toe naar die 'plant empowerment toe', naar het luisteren naar de plant (en waarvoor de CropObserver een tool is). De term kwam herhaaldelijk naar voren in een betoog van Jan Voogd van Hoogendoorn, die de historische ontwikkelingen van Het Nieuwe Telen uiteen zette en de lijn naar de toekomst probeerde door te trekken. Die lijn gaat steeds meer naar de plant zelf toe. Natuurlijk zijn alle omgevingsfactoren belangrijk en moet het allemaal kloppen, maar uiteindelijk zou je naar de plant zelf moeten luisteren. "Als een plant zich goed voelt en lekker aan het werk is, kan hij heel veel hebben", illustreert Vincent. "Omgekeerd moet je hem niet midden in de nacht op zijn gezicht slaan met een bak licht en ook moet je hem niet dwingen nu te rennen en dan plotseling weer stil te staan."
Voor meer informatie over de proef, neem contact op met de plantonderzoekers van Delphy.
Voor meer informatie over de CropObserver, neemt contact op met Vincent Jalink (PhenoVation)