Tholen - Gesteggel tussen een tuinder en een verpachter mondde onlangs uit in een bezoek aan de rechtbank. Een tuinder ging vorig jaar een pachtovereenkomst aan met de eigenaar van het stuk grond dat hij in gebruik heeft. Volgens de verpachter zijn er mondeling afspraken gemaakt dat hij als eigenaar van de grond een deel van de netto-opbrengst van de productie zou ontvangen. De tuinder ontkent dat die afspraken zijn gemaakt. Deze maand boog de rechtbank zich erover in een faillissementsprocedure.
De verpachter stuurde een vordering voor zijn deel van de opbrengst, maar de tuinder betaalde die niet. Daarop stelde de verpachter voor de discussie te sluiten door de tuinder een bedrag van € 42.500,00 te laten betalen. De verpachter zegt dat de tuinder daarmee akkoord ging, maar de tuinder vindt van niet. Volgens hem is het geen bindende overeenkomst, omdat die tot stand kwam tegen zijn wil. De verpachter maakte misbruik van de omstandigheden en ontzegde de tuinder de toegang tot de kas. Dat zou leiden tot schade omdat ‘de planten kapot zouden gaan’.
De verpachter besloot bij de rechtbank een faillissementsverzoek in te dienen, omdat de tuinder volgens hem niet alleen zijn rekening, maar ook die van anderen niet betaalt. Daarmee staat het er financieel voor de tuinder niet goed voor, zo vind hij. Reden voor faillissement? De tuinder vindt van niet. Hij toont zijn jaarverslagen en vertelt erbij dat zijn onderneming financieel gezond is. Als de verpachter een geschil wil uitvechten, moet hij dat via een bodemprocedure doen, en niet door zijn faillissement aan te vragen, vindt hij.
De rechtbank wijst het faillissementsverzoek af. De afspraken in de e-mails over en weer zijn kort en onduidelijk, waardoor er meerdere uitleg mogelijk is, zo stelt de rechtbank. Voor uitgebreid onderzoek is er in een faillissementsprocedure geen plaats. En omdat de tuinder niet financieel aan de grond zit, moeten beide partijen hun eigen proceskosten betalen.