Richting 2030 worden voor de glastuinbouw in de regio Westland op energiegebied vergaande veranderingen voorzien. Dit geldt voor een pessimistisch, een gematigd en een optimistisch scenario, blijkt uit onderzoek van Wageningen Economic Research in opdracht van Capturam. De veranderingen zijn het grootst op het vlak van de energievoorzieningen: die zal minder steunen op aardgas en meer op duurzame bronnen en inkoop van warmte en elektriciteit bij derden. Dit komt voort uit een veranderende energievraag en de sectorstructuur, overheidsbeleid en verduurzamingsinspanningen van de glastuinbouwbedrijven en hun partners, en hebben een gunstig effect op de verlaging van de CO2-emissie en de verhoging van het aandeel duurzame energie.
Sectorstructuur
De glastuinbouw in de regio Westland kent een eigen geheel van bedrijven, teelten en areaal. Er is in de scenario’s onderscheid gemaakt tussen een pessimistische, een gematigde en een optimistische ontwikkeling van de glastuinbouw in de regio Westland. In elk van deze drie scenario’s voor 2030 wordt een daling van het glastuinbouw areaal in de gemeente Westland en aansluitende gebieden Midden-Delfland en Hoek van Holland voorzien. Dit is van invloed op de totale energievraag. Hiernaast is ook de verschuiving tussen de teelt van de verschillende gewassen van invloed.
Energievraag
In elk van de scenario’s wordt een daling van de warmtevraag per m2 en een stijging van de elektriciteitsvraag per m2 voorzien. Dit is een gevolg van verschuiving tussen de geteelde gewassen en bedrijfsprocessen zoals intensivering (onder andere toename groeilicht), extensivering en energiebesparing. Voor de totale warmtevraag van de regio leidt de combinatie van de warmtevraag per m2 en het totaal areaal in elk scenario tot een daling. Voor de totale elektriciteitsvraag leidt dit in het pessimistische scenario tot een daling en in het gematigde en optimistische scenario tot een stijging.
Energievoorziening, CO2-emissie en aandeel duurzame energie
De energievoorziening van de glastuinbouw is in elk van de scenario’s 2030 een mix van bronnen. Onder invloed van de verandering van de energievraag, overheidsbeleid en verduurzamingsinspanningen door glastuinbouwbedrijven en hun partners, steunt de energievoorziening in 2030 substantieel minder op aardgas. In elk van de scenario’s wordt voorzien dat de inzet van geothermie, warmte van derden en inkoop van elektriciteit zal groeien. De inzet van aardgas-ketels en de verkoop van elektriciteit met aardgas-wkk zal hierdoor verminderen. Warmtenetwerken en externe CO2-voorziening zijn hierbij essentieel.
Door de veranderingen in de sectorstructuur in het Westland, energievraag en energievoorziening daalt in elk van de scenario’s de CO2-emissie in 2030 ten opzichte van 2015 met circa twee derde. Het aandeel duurzame warmte zal sterk groeien van 5% in 2015 naar 28 tot 48% in 2030.
Toekomstbestendige glastuinbouw vereist toekomstbestendige energievoorziening en vice versa
Zowel van de geraadpleegde deskundigen als uit de reflectiesessie met belanghebbenden is naar voren gekomen dat er samenhang is tussen het moderniseren van glastuinbouw en het ontwikkelen van duurzame energievoorzieningen. Vitale, perspectiefrijke bedrijven hebben duurzame, toekomstbestendige energievoorziening nodig. En toekomstbestendige, duurzame energievoorzieningen komen alleen tot ontwikkeling bij vitale, perspectiefvolle bedrijven.
Ook voor de regio Westland worden bij de energieverduurzaming complexe processen en grote investeringen voorzien. Dit maakt samenwerking noodzakelijk. Samenwerking tussen glastuinbouwbedrijven in onder andere warmtecoöperaties, maar ook met overheid, ontwikkelaars, toeleveranciers en energiebedrijven. De introductie van warmte van derden en het doorgroeien van de inzet van geothermie ten koste van aardgasketel en -wkk maken het belang van inkoop van elektriciteit en externe CO2 groter.
De inzichten voortkomend uit dit onderzoek ondersteunen Capturam en andere belanghebbenden bij het focussen van hun activiteiten voor een duurzame en innovatieve energievoorziening voor de regio Westland.
Bron: Wageningen University & Research