Per 1 januari 2019 wordt de toepassing van de loonheffingskorting voor buitenlandse werknemers beperkt. Dit kan betekenen dat het netto-salaris van buitenlandse werknemers vanaf januari lager wordt.
Iedereen die in Nederland woont, werkt of inkomen heeft is verplicht over zijn of haar inkomsten loonbelasting te betalen. De overheid geeft over een gedeelte van die loonbelasting een korting: de loonheffingskorting. In vrijwel alle gevallen past een werkgever de loonheffingskorting toe en krijgt de werknemer feitelijk daardoor meer netto loon uitbetaald dan zonder toepassing van deze korting.
De overheid heeft geconstateerd dat buitenlandse belastingplichtigen een deel van de loonheffingskorting ontvingen waarop zij geen recht hadden. De overheid loopt daardoor geld mis wat heeft geleid tot aanpassingen in de toepassing van de loonheffingskorting.
Landafhankelijk
Per 1 januari 2019 hebben alleen inwoners van Nederland recht op het belastingdeel van de loonheffingskorting. Niet-inwoners hebben daar in principe geen recht meer op, tenzij zij inwoner zijn van een ander EU-land, een EER-land (IJsland, Noorwegen, Liechtenstein) of van Bonaire, Sint Eustatius of SABA. Inwoners uit deze landen kunnen via de aangifte inkomstenbelasting deze korting alsnog krijgen, maar deze wordt alleen gegeven als de werknemer er ook daadwerkelijk recht op heeft.
Alle werkgevers, die met buitenlandse werknemers werken, moeten dus vaststellen of de buitenlandse werknemer inwoner is van Nederland of niet. Dit in verband met de juiste toepassing van de loonheffingskorting. Op dit moment leidt dit tot vragen. De Werkgeverslijn werkt hard aan een overzicht van vragen en antwoorden, een voorbeeldbrief waarmee werkgevers hun buitenlandse werknemers op de hoogte kunnen stellen en voert samen met LTO Nederland overleg hierover met de Belastingdienst. Zodra meer informatie bekend is, zal hier informatie over gedeeld worden.
Bron: Werkgeverslijn