Om te ontdekken of er specerijen uit van oorsprong warme landen in Nederland geteeld kunnen worden, is een proef gaande gericht op het telen van twee tropische specerijen. De eerste resultaten van de test met kurkuma en zwarte peper zijn inmiddels bekend en die zijn positief, zo klinkt het vanuit de NEXTgarden Ingredient Farm.
Ingredient Farm heeft als doel om te verkennen of specerijen die in warme landen worden geteeld, ook in Nederland kunnen worden geteeld, veredeld, geëxtraheerd en verkocht. Tijdens het project wordt onder andere onderzoek uitgevoerd door studenten van de HAS Hogeschool te ’s-Hertogenbosch.
Dit onderzoek van de HAS bestaat uit meerdere fasen. De eerste fase van het onderzoek is op 30 juni 2019 afgerond. Dit is uitgevoerd door Sabine Robben, Jeffrey van der Ven en Tessa Wildenbeest. Zij zijn vierdejaars studenten Toegepaste Biologie aan de HAS. Ze hebben onderzoek gedaan naar de vermeerdering en diversiteit van kurkuma en zwarte peper.
Vermeerdering
Vermeerdering zorgt voor een grotere hoeveelheid van de specerijen. Voor de vermeerdering van kurkuma en zwarte peper is onderzocht of deze zowel traditioneel als in weefselkweek vermeerderd kunnen worden. Kurkuma wordt traditioneel vermeerderd via rizomen. Rizomen zijn een soort ondergronds gevormde wortels. Zwarte peper wordt traditioneel via stekken vermeerderd. Beide specerijen zijn op deze manier succesvol vermeerderd door de studenten.
Daarnaast is het belangrijk om de specerijen via weefselkweek te kunnen vermeerderen. Weefselkweek is het vermeerderen van plantmateriaal in een laboratorium. Dit is belangrijk om schoon en ziektevrij plantmateriaal te kunnen kweken. Hierbij worden delen van de plant in reageerbuisjes gezet onder steriele omstandigheden.
Het was moeilijk om het plantmateriaal van zowel kurkuma als zwarte peper schoon te krijgen. Dit komt door de aanwezigheid van pathogenen, zoals bacteriën en schimmels. Uiteindelijk is het gelukt om kurkuma in weefselkweek te zetten. Voor zwarte peper moet nog meer onderzoek worden uitgevoerd.
Diversiteit
Ook zijn er kurkumarizomen verzameld uit verschillende winkels om zo diversiteit van soorten met elkaar te kunnen vergelijken. Diversiteit gaat over de verschillen tussen soorten binnen een bepaald gewas. Dit is belangrijk om hieruit het meest veelbelovende soort te kiezen voor de teelt. De rizomen zijn beoordeeld op eigenschappen als vers gewicht, lengte en kleur. Hierna zijn de rizomen opgepot om daaruit planten te verkrijgen. Gedurende de groei van de planten zijn metingen uitgevoerd om de groeisnelheid te bepalen.
Na vier maanden tijd zijn de planten zowel bovengronds als ondergronds beoordeeld op verschillende kenmerken. Al deze metingen en waarnemingen zijn meegenomen om te bepalen of er diversiteit was tussen het verkregen plantmateriaal. Dit is gelukt, en er blijkt één soort te zijn die goed presteerde op zowel boven- als ondergrondse kenmerken. Deze soort is aanbevolen om in het vervolgonderzoek mee verder te gaan.
Vervolgonderzoek
In september start het vervolgonderzoek. Dit wordt uitgevoerd door drie andere studenten (Tuin- en Akkerbouw) van de HAS. Zij gaan zich verdiepen in de teelt van kurkuma en zwarte peper. Hierbij kan gedacht worden aan de juiste klimaatomstandigheden en de bemesting. Na dit vervolgonderzoek is er weer een stap gezet voor een meer duurzame teelt onder glas van kurkuma en zwarte peper in NEXTgarden.
Het NEXTGarden Ingredient Farm project ontvangt cofinanciering vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van OPOost, The Economic Board en de Rabobank.
Bron: NEXTgarden