De bladvretende rups van Duponchelia kan voor siertelers een ware plaag zijn. Een aangevreten gewas leidt onherroepelijk tot economische schade. Gelukkig zijn de rupsen met Delfin goed te bestrijden. Vorig jaar zijn de eerste ervaringen met dit nieuwe middel opgedaan. Biobest adviseur Stefan Bohté licht telers in op een juist gebruik van het bacteriepreparaat.
"De werking van Delfin is gelijk aan andere BT-middelen. Het preparaat wordt op de bladeren gespoten. Rupsen eten de sporen en kristallen op waarna het in hun spijsverteringskanaal wordt omgezet in toxines. Die zorgen ervoor dat ze doodgaan. Stefan merkt echter op dat Duponchelia niet alleen op de bladeren aanwezig is, maar ook lager in het gewas gezien wordt."
Behandel plant tot aan de wortelhals
“Het is daarom belangrijk om bij behandeling de hele plant te raken. Bespuit dus tot aan de wortelhals. Ofwel: hoe meer gewas je raakt, hoe beter de rups bestreden wordt.” Stefan adviseert om de plant voldoende nat te maken. Dat kan met een oplossing van 1500 liter per ha waarbij 100 liter water 50 gram middel bevat. Kijk daarvoor op het etiket. “Indien de plant tot aan de wortelhals bespoten wordt, zien we in de praktijk dat met de toegestane 3 behandelingen voldoende afdoding wordt bereikt.”
Afwisselen
“Na het wegvallen van diverse chemische middelen, biedt Delfin een betrouwbaar alternatief. Zeker in combinatie met andere BT-preparaten.” BT staat voor Bacillus thuringiensis, het oudste en bekendste biologische gewasbeschermingsmiddel. Delfin bevat de BTK-variant, namelijk de subsoort kurstaki. Het middel is daardoor een goede aanvulling op het productgamma van Biobest, dat ook een BTA-middel aanbiedt met de subsoort aizawai. Elke subsoort heeft een ander effect op rupsen, zodat de middelen complementair zijn. Stefan: “Om de effectiviteit van de BTA en BTK naar de toekomst te behouden, is het verstandig om deze middelen met elkaar af te wisselen.”