De tuinbouw heeft een redelijk 2019 achter de rug, zo tekent de Rabobank op in weer een nieuwe Rabo Tuinbouwbarometer. De rendementen bij de meeste bedrijven waren voldoende. Wel maken de ondernemers zich steeds meer zorgen over de invulling van de arbeid, de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en de recente discussie over de stikstofregelgeving.
Verder in deze update:
- Duurzaamheid speelt een steeds belangrijkere rol bij het financieren van de (glas-)tuinbouw.
- Sierteeltveredeling maakt de eerste stap naar (pre-competitieve) samenwerking.
- Nieuwe ideeën voor de Food & Agri-sector komen aan bod bij FoodBytes!
Rabo Tuinbouwbarometer: al met al redelijk 2019
De gemiddelde resultaten voor de tuinbouwsectoren zijn in het vierde kwartaal van 2019 redelijk. Dat blijkt uit de meest recente Rabo Tuinbouwbarometer. De waarde verbeterde van 6,52 in het derde kwartaal naar 6,88 in het vierde kwartaal. De tuinbouw lijkt daarmee 2019 te kunnen bijschrijven als een redelijk jaar. Echter blijven de individuele bedrijfsverschillen groot.
Sierteelt
Bij de snijbloemenbedrijven zijn de gemiddelde financiële prestaties onder de maat. Zo staat de prijsvorming van de gerbera en rode rozen al enige tijd onder druk. Daarnaast nemen de zorgen over de productiezekerheid vanwege het wegvallen van diverse chemische gewasbeschermingsmiddelen toe. Potplantenbedrijven presteren in het algemeen zoals begroot. De bladplanten profiteren nog steeds van een goede vraag terwijl de crisis in de Phalaenopsis-markt helaas nog niet voorbij is. De boomkwekerijbedrijven kennen nog steeds een goede orderportefeuille en moeten met het huidige sentiment in staat zijn een (liquiditeits-)buffer op te bouwen. De voorjaarsbloeiers in de bollenteelt kenden goede producties en de voorverkoopprijzen voor bollen waren redelijk. De beschikbaarheid van tulpenbollen voor het komende broeiseizoen is goed, de prijsvorming is nog even afwachten.
Bemoedigende cijfers groot- en detailhandel
De export van bloemen en planten verloopt goed: tot en met september van dit jaar is er een stijging van 3,5%. Deze stijging is veroorzaakt door enerzijds een hogere import en anderzijds door binnenlandse volume- en prijsstijgingen. Ook de binnenlandse detailhandel in groen (bloemisten, tuincentra) laat bemoedigende omzetcijfers zien. Uit onderzoek van de Vereniging Bloemist Winkeliers (VBW) blijkt dat met name de millennials bloemisten goed weten te vinden.
Bij het aantal groentewinkels lieten recente cijfers van het CBS echter (wederom) een duidelijke daling zien. In het vierde kwartaal van 2010 kende Nederland nog 1.220 groentewinkels, terwijl dit er in het vierde kwartaal van 2019 nog maar 895 winkels zijn. Dit betekent dat in het afgelopen decennium bijna elke twee weken een groentespecialist in Nederland zijn deuren heeft gesloten.
Voedingstuinbouw
De vruchtgroenten onder glas hebben een redelijk tot goed seizoen gehad. Komkommers hebben zich na een matig begin verbeterd, terwijl de paprika een vrij gelijkmatig verloop kende, dat naar tevredenheid was. De tomatenprijs komt gemiddeld ook uit op het vijfjaargemiddelde, of zelfs erboven. De aardbeienteelt daarentegen, zowel die onder glas als die in tunnels, stellingen of op de vollegrond, kende een moeizame afzet.
De buiten geteelde groentes hadden een redelijke prijsvorming dit najaar. Wel waren er (extra) maatregelen nodig voor beregening vanwege de droogte. Dit zorgde voor bijkomende kosten.
De rendementen voor hardfruit (appel, peer) waren in seizoen 2018/19 matig. Het fruit voor het nieuwe seizoen is inmiddels allemaal geoogst en de vooruitzichten zijn positiever dan voorgaand seizoen. Vraag en aanbod lijken beter in balans te zijn, wat zorgt voor een betere prijsvorming.
Duurzaamheid weegt mee bij financiering
Bij een aanvraag voor een financiering zijn van oudsher het bedrijfs- en marktperspectief en de financiële situatie (rentabiliteit, liquiditeit, solvabiliteit) van groot belang. Er wordt met name getoetst op langjarige continuïteit van de bedrijfsvoering. Vandaag de dag spelen ook duurzaamheidscriteria een toenemende rol bij de beoordeling. Is een bedrijf ook in staat om op langere termijn te voldoen aan de maatschappelijke spelregels? Voorbeelden zijn de eisen of voorwaarden die voortkomen uit het klimaatakkoord, uit nieuwe regels rondom plantgezondheid en gewasbescherming of goed werkgeverschap. Om te blijven voldoen aan nieuwe wet- en regelgeving of de wensen van de consument (certificeringseisen), zijn soms forse investeringen nodig. Juist deze zaken, gecombineerd met de financiële robuustheid, bepalen de bedrijfscontinuïteit op langere termijn.
Duurzaamheidsindeling
De Rabobank gaat van glastuinbouwbedrijven al zo’n anderhalf jaar na hoe deze scoren op bepaalde duurzaamheidscriteria en deelt bedrijven daarop in. Categorie A zijn de koplopers t.a.v. duurzaamheid, categorie B de grote middenmoot, categorie C de achterblijvers (die wel voldoen aan wetgeving) en categorie D de onacceptabele bedrijven (die niet voldoen aan wet- en regelgeving). Ook voor andere tuinbouwsectoren is deze indeling inmiddels van kracht. De opname van duurzaamheidscriteria in het financieringsbeleid helpt de Rabobank een inschatting te maken bij het verstrekken van een krediet of lening, en de op de terugbetaling daarvan.
Financiële prikkel
Bij grote sprongfinancieringen zullen alleen bedrijven in categorie A en B worden gefaciliteerd. Bedrijven in deze categorie kunnen in geval van innovatieve, duurzame financieringen in aanmerking komen voor rentekortingen. Voorbeelden hiervan zijn de impactlening en de groenfinanciering.
Aan bedrijven in de C-categorie wordt in eerste instantie gevraagd duurzame aanpassingen te doen aan de bedrijfsvoering. Zijn ze daartoe niet bereid of in staat, dan denkt de Rabobank dat de bedrijfscontinuïteit op lange termijn niet gewaarborgd is, en daarmee ook de terugbetaling niet.
Next step sierteelt: Centrum voor Biotoetsen
De Nederlandse sierteeltsector realiseert een export van ongeveer 8,5 miljard EUR. Eén van de redenen hiervoor is een diverse en sterke veredelingssector. Deze weet de sector te voorzien van nieuwe, mooie, kleurrijke en goed te telen variëteiten. Naar schatting werken zo’n 3.500 medewerkers in de sierteeltveredeling van Nederland. Al met al dus een belangrijke sector.
De vragen zijn de afgelopen jaren door wetgeving en consumentenwensen echter steeds complexer geworden en de tijdsdruk is hoog. Zo moet het verbruik van actieve stoffen (chemische gewasbeschermingsmiddelen en kunstmeststoffen) in de sector worden verlaagd. Weerbare bloemen, planten en biologische gewasbescherming zijn daarvoor noodzakelijk. Plantenveredelaars kunnen daar een grote bijdrage aan leveren, maar er is meer nodig: samenwerking.
Samenwerking
Diverse organisaties zoals Plantum, Naktuinbouw, WUR en UvA zijn het programma ‘Next level sierteeltveredeling’ gestart. Het doel is om kennisvragen die pre-competitief zijn, gezamenlijk in de sierteeltveredeling op te pakken. Inmiddels is de eerste actie van start gegaan, namelijk het ‘Centrum voor Biotoetsen’. Doel hiervan is het ontwikkelen van benodigde biotoetsen (assays) die bedrijven kunnen gebruiken in hun selectieproces. De Rabobank neemt actief deel aan het programma en hoopt dat zo de sector een versnelling realiseert in de verduurzaming van het assortiment door weerbare gewassen te ontwikkelen. Gelukkig blijkt de interesse van veredelingsbedrijven in dit programma ook groot te zijn. Hieruit blijkt de behoefte aan samenwerking, zoals we die ook zien tussen startups en investeerders bij Foodbytes!
Foodbytes! Succesvol platform voor startups
In 2015 startte de Rabobank met het innovatieprogramma FoodBytes! Dit najaar vond in Londen inmiddels het 15de evenement van FoodBytes! plaats. Dit keer brachten maar liefst 157 startups uit 38 landen hun ideeën in. De Rabobank maakt een eerste screening van de aangeleverde plannen. Daarna krijgt een deel van de startups een unieke gelegenheid zich te presenteren aan een publiek van wetenschappers, investeerders, ondernemers en financiers.
Inspirerende trends binnen de industrie
De belangrijkste trends in de aangeleverde ideeën gaan over alternatieve eiwitten, duurzame verpakkingen, ‘personalized nutrition’ (persoonlijke voeding), circulariteit, robotisering, slimmere ketens, indoor farming en businessmodellen voor buitenshuis eten. En wat te denken van zout afkomstig van de Salicornia-plant of productie van ei-substituten met gefermenteerde gist en algen? De ideeën zijn eindeloos inspirerend.
Allerlei thema’s
Naast vernieuwing kunnen de inzendingen ook op een andere manier worden gecategoriseerd. Bijvoorbeeld naar de vier pijlers van de Rabostrategie. De verdeling is dan als volgt: 44% van de plannen richt zich op voeding en gezondheid, 20% probeert een duurzamere productie te bereiken, 22% probeert verspillingen te voorkomen en 14% richt zich inkomensstabiliteit.
bron: Rabobank