In de wereld van de gewasbescherming zijn twee benaderingen: een curatieve en een preventieve. Oftewel: ‘Hoe kun je een plaag bestrijden?’ en ‘Hoe kun je een plaag voorkomen?’ “In de praktijk wordt de curatieve wijze helaas nog het meeste toegepast”, ziet Eric Kerklaan, Senior Specialist Gewasbescherming bij Hortipro, tot zijn spijt.
“We zien een plaag of ziekte en gaan dan handelen. Dit kan met biologie, selectieve chemie of met chemie.”
Polonaise gedrag
Wat ook een belangrijk fenomeen is, is wat Eric ‘polonaise gedrag’ noemt. “Hiermee bedoel ik dat men vooral kijkt hoe anderen het doen en om dit vervolgens na te gaan doen. Beter is om zelf te onderzoeken hoe men het beste een ziekte of plaag kan aanpakken. Er is al veel informatie en inzicht met nieuwe methodes van gewasbescherming die een preventieve benadering efficiënter maken.”
Als gewasbeschermingsspecialist ziet Eric de toekomst anders. “De curatieve benadering op het tweede plan zetten, als noodmaatregel. En ons meer verdiepen in de preventieve en natuurlijke benadering en dit toepassen, dat is waar ik naartoe wil.
Gewasbeschermingsplan
Het is belangrijk dat adviseurs en ondernemers samen het gewasbeschermingsplan gaan opstellen. Hierbij valt te denken aan: wat de doen voor het planten, advies op gebied van hygiëne, scouten voor en net na het planten, inzet van feromoontechnieken voor diverse motten, feromonen tegen trips of mannelijke wolluis en het registeren en goed bijhouden hoe een plaag of ziekte zich ontwikkelt. Maar ook nadenken en besluiten wat men gaat doen direct na het planten. Wanneer starten we na het planten met de inzet van de micro- en de macro- biologie?”
Eerst checken, dan starten
Voordat telers starten met plaagbestrijding, is het volgens Eric ook van belang dat men de kwaliteit van de macro-biologie beoordeelt. “We gaan er altijd al vanuit dat we een honderd procent goede kwaliteit binnen krijgen, maar af en toe een check kan geen kwaad.”
En daarna dus pas starten. “Start met de inzet van de microbiologie.
Dit zijn schimmel, bacteriepreparaten, viruspreparaten, parasitaire nematoden en dergelijke. Tegenwoordig zijn er zeer effectieve middelen, die zelfs beter werken dan de chemische tegenhangers.”
Microbiologie moet worden ingezet wanneer de macro-biologiepopulatie nog niet op oorlogssterkte is. Daar komt goed wekelijks scouten om de hoek kijken.
“Ontspoort de macro-biologie, om welke reden dan ook, onderzoek dan waarom dat zo is en hoe dat het beste kan worden bijgestuurd”, adviseert Eric.
Goed lezen en goed opletten
Ondertussen is het ook belangrijk om met microbiologische gewasbeschermingsproducten de plaag- of ziektedruk minimaal te houden. En als er gespoten moet worden, welk deel van de cyclus in de plaag wil men dan aanpakken? Daar wordt lang niet altijd naar gekeken, weet Eric. “Lees daarom altijd eerst het etiket of raadpleeg een gewasbeschermingsspecial. Willen we bijvoorbeeld larven bestrijden, dan moet men ook kijken welk middel daarvoor het meest geschikt is.”
Is de keuze gemaakt, dan is het zaak te kijken hoe de tankvulling wordt opgebouwd. “Gaan we middelen combineren, kijk dan naar de compatibiliteitslijsten. Let verder op toevoegingen van uitvloeiers, waterkwaliteit, pH voor een juiste opname van een middel in de waslaag van de plant, waterhoeveelheden, spuitdruk, doppenkeus en kwaliteit enz.” Veel vragen en daarom is de rol van een specialist ook zo belangrijk, aldus Eric.
Maar specialisten runnen de teelt niet alleen, net zo goed als dat specialisten dat niet doen. “Samenwerken is heel belangrijk”, weet Eric uit ervaring. “De ondernemer, adviseur en de leverancier van de middelen spelen allemaal een belangrijke rol. Vooral nu er veel verandert en de sector moet overschakelen van curatief naar preventief, wordt deze samenwerking alleen maar belangrijker. Hoe eerder de telers deze weg in slaan, hoe groter de kans op een gezonde toekomst voor het bedrijf en de omgeving.”
Voor meer informatie:
Hortipro
www.hortipro.net
[email protected]
Eric Kerklaan
[email protected]