Tholen – Als een lopend vuurtje gingen de afgelopen jaren de positieve ervaringen van telers wereldwijd met de toepassing van sinaasappelolie als gewasbeschermingsmiddel rond, maar aan Nederland en België ging dat bijna volledig voorbij.
Met de eerste toelatingen in Nederland voor de bedekte teelt van tomaat, paprika, komkommer en snijbloemen wil Oro Agri, producent van Oroganic, daar snel verandering in brengen. Diverse extra en aanvullende toelatingen zijn al in aanvraag of in onderzoek, ook in België.
“Wij denken een hele goede mengpartner met brede toepassingsmogelijkheden voor de toekomst in handen te hebben”, vertelde Martien Melissant, het gezicht voor de Benelux, gistermiddag rond lunchtijd tijdens een speciale kleinschalige bijeenkomst om het middel meer bekendheid te geven.
Op dat moment had hij net een filmpje, ondersteund met de enigszins onheilspellende klanken van Carmina Burana, getoond met hoe Oroganic plaaginsecten te lijf gaat. “Het is een contactmiddel dat het insect echt moet raken, maar dan werkt het ook goed. De waslaag van het plaaginsect lost op en het plaaginsect droogt uit of het plaaginsect stikt na het inademen van de olie.”
V.l.n.r. Helma Verberkt (Glastuinbouw Nederland), Carol Pullen (Oro Agri), Ike Vlielander (Dümmen Orange) en Martien Melissant (Oro Agri). Helma plaatste in haar presentatie Oroganic in breder perspectief. Hierover volgt nog een verhaal.
Toelating in Nederland
De eerste telers zijn dit inmiddels met eigen ogen aan het zien in de teelt van tomaat, paprika, komkommer en snijbloemen, waarvoor voor Oroganic een toelating is afgegeven door het het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) onder het nummer NL15958.
In tomaat en paprika gaat het om een groot etiket voor bestrijding van witte vlieg en spint, terwijl in de andere gewassen er kleinere toelatingen zijn tegen mijten (in komkommer) en tegen spint/witte vlieg/bladluis/trips in snijbloemen.
Familiebedrijf
Twintig jaar geleden had Carol Pullen, General Manager van het van oorsprong Zuid-Afrikaanse bedrijf, dat niet kunnen denken. Destijds werd er nog maar net geëxperimenteerd met sinaasappelolie, maar toen al testend bleek dat het middel zowel een werking had als insecticide als als pesticide werd snel een patent aangevraagd.
Vanaf dat moment, in 2004, ging het balletje rollen. In 2011 werd een entiteit in Nederland opgezet, in 2018 volgde een eigen fabriek in Portugal, met investeerder Omnia erbij won Oro Agri aan kracht en zo kwam het dat Martien dit voorjaar op HortiContact stond.
Martien op HortiContact 2020 met een geïnteresseerde teler.
Geen residu, geen resistentie
Ike Vlielander van Dümmen Orange had toen al kennisgemaakt met sinaasappelolie en de producent van het middel dat internationaal vooral als Prev-Am bekend staat. “Bij toeval stuitte ik in contact met een Deense sier- en kruidenteler op sinaasappelolie als gewasbeschermingsmiddel. De teler had last van meeldauw en kon vanwege de kruiden geen chemie gebruiken, maar wel sinaasappelolie. Dat werkte uitstekend liet hij zien en niet alleen tegen meeldauw, maar ook tegen zwarte luis.”
Net als veel telers ongetwijfeld niet direct na één keer overtuigd zijn, was ook Ike dat niet direct. “Zeker toen mij de positieve uitwerking op allerlei andere plagen ter ore kwamen, dacht ik met enige scepsis ‘oh, weer zo’n wondermiddel’. Maar tijdens mij reizen over de hele wereld bleven die verhalen maar terugkomen, dus zijn wij zelf ook grootschalig gaan testen.”
Het resultaat daarvan is een hele enthousiaste Ike, in het dagelijks leven kalanchoëspecialist voor de internationale vermeerderaar en veredelaar. “Grote voordelen vind ik dat het middel makkelijk opgenomen wordt door het gewas, wat ook weer handig is voor de andere middelen die je eventueel gebruikt. Daarbij laat het middel geen residu achter, omdat het verdampt en geeft het geen resistentie.”
Geen wachttijd
Martien voegde daar nog aan toe dat het middel geen wachttijd heeft en dat het middel veilig te gebruiken is door telers (geen negatieve effecten op bestuivers en slechts een beperkt effect op biologische bestrijders) en bovendien enkele nuttige neveneffecten heeft.
“Met de beperkte toegang tot soms alsnog noodzakelijke, niet groene-chemie, is het fijn als toevoeging van Oroganic een plaag op meerdere manier bestrijdt. Op die manier is de kans groter dat een correctie het gewenste effect heeft. En bij gebruik van groene middelen laat Oroganic zich makkelijk mengen, waardoor de efficiëntie van de groene middelen samen sterker is dan vaak bij los gebruik van de middelen.”
Nieuwe toelatingen onderweg
Nu reizen voor Martien mondjesmaat weer mogelijk wordt, kan hij net als eerder al op HortiContact en voordat de coronacrisis in alle hevigheid losbarstte, zijn verhaal doen bij de telers en adviseurs. Op die laatste vestigt Martien voor het bekender maken van het middelen zeker ook zijn hoop. “De teler moet weten dat Oroganic inmiddels toegelaten is en hoe het middel goed te gebruiken.”
Aan verdere toelatingen wordt ondertussen hard gewerkt. “Aanvragen voor toelatingen in o.a. aubergine, de potplanten, het zachtfruit en ook diverse (kleinere) buitenteelten liggen bij het Ctgb, in België zijn aanvragen gedaan en op de lange termijn willen wij ook kijken of we Oroganic als fungicide kunnen in gaan zetten tegen meeldauw.” Het zou de cirkel rond maken, want in Zuid-Afrika bewees en bewijst het middel onder meer daar al jaren haar waarde.
Voor meer informatie:
Oro Agri
www.oroagri.eu
[email protected]
Martien Melissant
[email protected]