Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Nieuwe grondstoffen in potgrond vragen nieuwe strategie

De samenstelling van een substraat is van invloed op de groei van planten. Dit komt omdat de verschillende grondstoffen waaruit een substraat is opgebouwd specifieke fysische, chemische en biologische eigenschappen hebben. Een aanpassing van de samenstelling zal zonder wijziging van de teeltstrategie dan ook effect hebben op de groei. Nieuwe (hernieuwbare) grondstoffen, zoals houtvezel of compost hebben doorgaans een lagere waterretentie, waardoor de watervoorraad eerder opraakt en er dus frequenter geïrrigeerd moet worden.

Tegelijkertijd hebben veel hernieuwbare grondstoffen een lagere capaciteit om voedingstoffen te binden (CEC), waardoor een groter deel van de voeding tijdens het gieten uitspoelt en het zoutgehalte (EC) in de pot/mat een stuk lager blijft. Dit vraagt volgens Normec Groen Agro Control om een regelmatigere potgrond-analyse en een aangepaste bemestingsstrategie.

Een belangrijke eigenschap van veen is dat het van nature een lage pH heeft, wat erg gunstig is voor de beschikbaarheid van voedingselementen. Veel nieuwe grondstoffen hebben een hoge pH, met als risico dat er sneller een nutriëntengebrek ontstaat. In de bemesting moet dan bijvoorbeeld meer ammonium gegeven worden.

Bij niet-gecomposteerde reststromen, zoals houtvezel, zal door biologische omzetting in het begin van de teelt competitie ontstaan voor stikstof tussen de plant en bacteriën, hierdoor kan er een stikstofgebrek ontstaan. Bij een extra stikstof gift moet rekening gehouden worden dat deze later in de teelt wel weer beschikbaar kan komen. Gecomposteerd materiaal bevat veel kalium, wat ook vraagt om aanpassingen in het bemestingsschema.

Naast de fysische, chemische en biologische veranderingen, is er risico op vervuiling. Reststromen kunnen vervuild zijn met ongewenste zouten en zware metalen. Verder kunnen (natuurlijke) stoffen uit het nieuwe materiaal ongewenst effect op de groei hebben. Denk daarbij aan stoffen die uit compost of hout, of andere vezels kunnen vrijkomen. Zelfs residuen van pesticiden komen daarin voor.

Monitoring tijdens de teelt zal dus nog belangrijker worden. Bemonster het groeimedium vaker zodat watergift en bemesting accuraat aangepast worden.

Voor meer informatie:
Normec Groen Agro Control
Distributieweg 1
2645 EG Delfgauw
T: +31 (0)15 257 2511
[email protected]
www.agrocontrol.nl

Publicatiedatum: