Een bollenteler heeft in de corona-tijd € 86.440,55 voorschot gekregen van de Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19 (TLTO). Dit voorschot is teruggevorderd, omdat niet de vereiste geschatte 30% omzetderving t.o.v. de referentieperiode een jaar eerder werd gehaald. De ondernemer tekende hiertegen bezwaar aan, omdat hij zijn onderneming in de tussentijd zou hebben uitgebreid waardoor de omzet in de referentieperiode niet meer representatief zou zijn.
De uitbreiding zou echter niet significant genoeg zijn en het is hierop dat de gerechtelijke discussie zich toespitst en ingewikkeld wordt. Er is inderdaad een stuk teeltoppervlak bijgekomen, maar dat zou niet tot het vereiste omzetverlies hebben kunnen leiden. De ondernemer heeft echter ook geïnvesteerd in stapelbare gaasbakken en voert aan dat dit ook zou moeten worden aangemerkt als uitbreiding van het teeltoppervlak.
In het volgende juridische steekspel - wat is precies teeltoppervlak, wat is precies de referentieperiode, hoe lang duurt een seizoen en hoe verhoudt (de prijs van) een bol zich tot productieoppervlak - delft de teler uiteindelijk het onderspit. Sorry, zegt de rechter, en laat de terugvordering staan.