Met het convenant Milieu-impact potgrond en substraten spraken veertien organisaties vorig jaar af stapsgewijs het gebruik van hernieuwbare grondstoffen te vergroten en alleen gecertificeerd veen te gebruiken. De Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research was nauw betrokken bij de totstandkoming van dit convenant, onder meer door het verstrekken van data. In het voorjaar van 2024 verschijnt een inventarisatie van hernieuwbare grondstoffen, en een onderbouwing voor haalbare percentages hernieuwbare grondstoffen in de professionele markt in 2030.
Het gebruik van veen in potgrond en substraat staat ter discussie. Veertien organisaties, waaronder het ministerie van LNV, de Actiegroep TurfVrij en de VerenigingPotgrond- en Substraatfabrikanten Nederland (VPN), sloten daarom in 2022 het convenantMilieu-impactpotgrond en substraten af, met daarin een stappenplan voor het verhogen van het gehalte hernieuwbare grondstoffen. De eerste overleggen voor dat convenant vonden plaats bij WUR in Wageningen, dat ook de bijeenkomsten faciliteerde en zorgde voor belangrijke data.
Op 18 november 2022 werd het convenant ondertekend. Het convenant bevat afspraken voor 2025, 2030 en 2050 voor de consumententoepassingen en voor 2025 en 2050 voor de professionele toepassingen. In 2025 bestaat professioneel substraat voor 35% uit hernieuwbare grondstoffen; bij consumentenproducten minimaal 60%. Het gebruikte veen voldoet voor 100% aan de RPP-eisen (Responsibly Produced Peat, een onafhankelijk Europees certificeringssysteem) en in totaal wordt minimaal 600.000 m3 compost gebruikt.
Voor 2030 zijn nog geen afspraken gemaakt voor het minimale gehalte aan hernieuwbare grondstoffen in professionele toepassingen. Dit najaar gaan de partijen daarover rond de tafel. WUR is hierbij een onafhankelijk gesprekspartner, die data aanlevert en onder andere een inventarisatie van hernieuwbare grondstoffen voor potgrond en substraten levert. Die inventarisatie is afgelopen jaar uitgevoerd. Uit een longlist van 140 stoffen is een shortlist van 40 min of meer kansrijke grondstoffen opgesteld. Per grondstof staat omschreven wat de beschikbaarheid is, wat eventuele (teelt)technische nadelen zijn en wat mogelijke mengsels zijn. Deze inventarisatie is vanaf voorjaar 2024 publiek beschikbaar.
Bron: WUR