De gemeente Westland heeft terecht een omgevingsvergunning geweigerd voor de bouw en gebruik van woonunits bij een Westlandse teler. Dat heeft de rechter eerder deze maand geoordeeld. Tegen de weigering werden vijf beroepen ingediend.
De teler had al vijf jaar woonunits op het moment dat in 2017 verlenging van de vergunning nodig was. Die verlenging kwam er niet, tot onvrede bij de teler. Niet veel later, in 2018, stelde Westland nieuw beleid op, waarna de teler in 2019 een nieuwe poging waagde.
Ook die aanvragen van de teler werden afgewezen. De aanvragen voldoen volgens de gemeente niet aan het 'Ontwikkelkader voor de realisatie van extra huisvesting voor arbeidsmigranten in Westland', en ook niet aan de regels die in de zomer van 2019 werden gesteld aan tijdelijke huisvesting voor de periode van maximaal drie jaar.
Concreet wijst de gemeente erop dat de aanvragen uit 2019 niet voor 'nieuwe locaties' zijn en ook herstructurering van het glastuinbouwgebied belemmeren. Daarnaast ontbreekt de vereiste 'sociale kaart' waarin de teler moet aangegeven welke voorzieningen zoals winkels de arbeidsmigranten 'hoogstwaarschijnlijk gaan gebruiken'. Daarbij maakt het bedrijf ook geen deel uit van 'geselecteerde groep uitzenders die is vastgelegd in een register dat bestaat uit solide en betrouwbare marktpartijen.'
De teler, die met de woonsituatie meermaals het nieuws haalde, wijst er onder meer op dat het Ontwikkelkader 'grotendeels al teruggenomen is', waardoor dat geen onderdeel van het beleid meer uit zou maken. De rechter is het daar niet mee eens. De teler krijgt gelijk op het punt dat duidelijk gemaakt had moeten worden aan welke punten niet werd voldaan, maar dat is nog geen reden voor de rechter om de teler ook gelijk te geven in zijn bewaren. De eisen zijn duidelijk genoeg.
De Rechtbank Den Haag heeft het beroep tegen de gemeentelijke afwijzing van vergunningen ongegrond verklaard op 13 maart.