Tholen - "Wekelijks produceren we hier meer roofmijten dan dat er sterren in onze melkweg staan." Dat vertelde Jan Schoovaerts, Global Director Market Intellegence en Marketing bij Biobest, gisteren bij de opening van de nieuwe roofmijtenproductiefaciliteit in Westerlo, België, door onder andere vice-eersteminister David Clarinval, en minister van landbouw Jo Brouns. Het bedrijf onthulde bij deze gelegenheid de nieuwe groepsnaam BioFirst, en maakte ambitieuze groeidoelstellingen bekend. Tegelijkertijd werd er ook stilgestaan bij de uitdagingen waar de Europese land- en tuinbouwsector voor staat.
Vanuit de kantine van de nieuwe roofmijtenfaciliteit zijn nog kleine kassen te zien vergelijkbaar met die voorheen op deze locatie stonden, maar in de productiefaciliteit zelf heb je meer het gevoel in een futuristisch laboratorium te zijn. Behalve gisteren dan, want voor de opening van de nieuwe faciliteit was alles feestelijk aangekleed. Werknemers en genodigden konden zien hoe de 4.000m grote hal ingericht is met gebruik van gerecycleerde materialen en fraai design een plek wordt om ca 50 werknemers schoon, efficient en prettig te werken.Door gebruik te maken van de nieuwste technologieën en innovaties draait de nieuwe productiefaciliteit van Biobest volledig op groene energie en is deze vrij van fossiele brandstoffen. De faciliteit beschikt over een warmtepompsysteem, luchtbehandelingskasten, een hoogwaardige warmtewisselaar voor maximale energieterugwinning en een PV-installatie die 416.000 kWh per jaar genereert, wat betekent dat de CO²-uitstoot op de hele vestiging in Westerlo met 15%, oftewel 44 ton, teruggedrongen wordt.
In de klimaatcellen worden voortaan roofmijten als Amblyseius swirskii geproduceerd, gebruikt in teelten wereldwijd als predator van larven en eieren van wittevlieg en trips, en een van de belangrijkste producten van Biobest.
Met de investering is 12 miljoen euro gemoeid. Een enorme som geld, maar niet de enige investering die Biobest de afgelopen jaren deed. Het bedrijf groeit naar een half miljard omzet, mede dankzij de overname van het Braziliaanse Biotrop. "Onze reis wordt gekenmerkt door groei, en versnelde groei. We hebben nog nooit een jaar gekend waarin onze omzet daalde", vertelde CEO Jean-Marc Vandoorne. En die groei is nog niet ten einde. Het bedrijf heeft zich een ambitieus doel gesteld: over tien jaar willen ze deel uitmaken van de 10 grootste gewasbeschermingsbedrijven ter wereld, een lijst die nu alleen nog uit chemiebedrijven bestaat. Om dit te bereiken, heeft het bedrijf de organisatiestructuur hierop aangepast, en zal de holding voortaan als BioFirst Group door het leven gaan, waarbij Biobest, BioTrop, BioWorks, PlantProducts als merknamen blijven bestaan. "De naam BioFirst staat voor de toewijding van de groep aan biologische oplossingen en innovatie (BioFirst) en de klantgerichte benadering (BioFirst). Het nieuwe, moderne, frisse logo van de groep, beeldt milieuvriendelijke, gezonde gewassen in vollegrondsteelten en kassen uit. Daarbij wordt gebruikgemaakt van een kleurenpalet dat is geïnspireerd door de natuur."
CEO Jean-Marc Vandoorne onthuld de nieuwe groepsnaam BioFirst
Biobest, of BioFirst dus voortaan, kent een relatief korte, maar indrukwekkende geschiedenis. Het bedrijf werd opgericht in 1987 als producent van hommels en breidde het assortiment door de jaren heen uit met de biologische gewasbeschermingsmiddelen. Na acquisitie in 2006 door Belgische investeerders ging het vanaf een extra investeringsronde in 2018, al helemaal razendsnel, en werden verschillende overnames en verdere investeringen gedaan, waar internationale spelers als Arugga, Ecoation, en de eerdergenoemde merken bij betrokken waren. Vorig jaar werd er nog eens 98,5 miljoen euro aan groeikapitaal opgehaald.
Dat de groei van Biobest voornamelijk buiten Europa plaatsvindt, is te zien aan de getallen: 10 jaar geleden werd 80 procent van de omzet in Europa gedraaid, inmiddels is dat nog maar 20 procent. "We hebben de oplossingen voor veel problemen waar telers tegenaan lopen beschikbaar, en ze worden al in veel landen gebruikt", vertelde Jean-Marc, die verwees naar de snelle groei van het Braziliaanse Biotrop, dat slechts zes jaar geleden werd opgericht en inmiddels 120 miljoen omzet draait, mede dankzij veranderende Braziliaanse wetten. "Daarna groeide de markt voor biologische gewasbescherming met 40% per jaar."
In Europa gaat die groei een stuk langzamer, en dat komt mede door de Europese wetgeving. "In Brazilië kan een biologische bestrijder in een jaar toegelaten worden, hier duurt dat minimaal tien jaar", schetste Gaetan Waucquez van Floridienne, de holding en investeringsbedrijf waar BioFirst deel van uitmaakt. "Biologische gewasbescherming maakt deel uit van de toekomst. Landen als Brazilië en de VS hebben hierop ingespeeld. Laten we hopen dat dit hier ook gebeurt."
Ook vice-eersteminister David Clarinval stond daarbij stil. "Onze boeren en telers hebben nood aan effectieve gewasbeschermingsmiddelen, om een stabiele voedselvoorziening te garanderen en hun inkomsten te verbeteren. Biopesticiden zijn onderdeel van deze oplossing, en innovatieve bedrijven als Biobest dragen daaraan bij." Hij vertelde dat er momenteel meer dan 150 producten zijn toegestaan in België, tegenover 2 in 2007. "Voor de federale overheid is het prioriteit om de toelating van biopesticide te versnellen."
Hij legde uit dat dit niet snel gebeurd, aangezien deze middelen ook uitgebreid getest worden. Bovendien zijn er op Europees vlak nog uitdagingen. Vorig jaar is de Sustainable Use Regulation, bedoeld om het gebruik van pesticiden in 2030 te halveren, weggestemd in het Europees parlement, waarna dit jaar de SUR geheel is teruggetrokken. "Daardoor is er tot op heden nog geen vooruitgang gezien voor de implementatie van biologische gewasbestrijders." Desondanks benadrukt hij dat de Belgische afvaardiging zich hiervoor blijft inzetten. "Ik ben ervan overtuigd dat ons werk een basis is voor de volgende Commissie." Een eerste stap daarin gaat zijn dat hij volgende week als voorzitter van de Europese AgriFish Council, zijn Europese collega's kennis laat maken met de oplossingen van Biobest. "Ik ben zeker dat ze er net zo van onder de indruk zijn als ik."
Of ze net zo'n mooie rondleiding krijgen als de genodigden gisteren, valt echter te betwijfelen. Rondkijken bij Biobest is namelijk behoorlijk uniek. Omdat de productie van de biologische bestrijders een nauwkeurig en uiterst proper werkje is, zijn de deuren normaliter gesloten. Enkel ter gelegenheid van de opening werden de klimaatkamers getoond waarin de mijtproductie gaat plaatsvinden. De komende maanden wordt de hal verder gevuld met deze klimaatkamers, en met diverse geheime en gepatenteerde kweekmethodes, en dan gaat de deur op slot en kunnen enkel medewerkers de ruimte betreden – na een grondige reiniging.