Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
ultragevoelige detectietechnieken besproken door experts

Meer kennis over virus altijd beter?

Vijf sprekers gingen onlangs tijdens een kennispodium over ultragevoelige detectietechnieken bij Naktuinbouw dieper op het onderwerp in. Bieden de technieken kansen of risico's, was de vraag waarop Maaike Bruinsma van de NVWA, Sven Berendsen van Rijk Zwaan, Harrie Koenraadt van Naktuinbouw, René van der Vlugt van de WUR en Harry Vennema van het RIVM in gingen.

Moleculaire detectietechnieken hebben enorm geholpen in de test-doorstroom van groentenzaden op de afwezigheid van ziektes, deelde Sven namens veredelingsbedrijf Rijk Zwaan. Die testen zijn nodig is de voor internationale handel. De indirecte technieken maken geen onderscheid tussen virussen die een infectie kunnen veroorzaken en niet-infectieus 'enviromental' RNA, waardoor zaadpartijen onnodig afgekeurd worden. Dat betreurt hij.

Moet bij een risicoanalyse niet meer vertrouwd worden op directe methodes, zoals plantpathogeniteit indicatortoetsen die alleen infectueus virus aantonen, was een vraag die hij stelde. Naast historische data kan dit mogelijk onderbouwd worden met digital PCR om de aan- of afwezigheid van volledig genomisch RNA in een monster te bepalen.

Door de opkomst van High Throughput Sequencing (HTS) technieken is het tegenwoordig mogelijk om een veelheid aan virussen te 'ontdekken' in planten en plantmateriaal, deelde René namens de WUR. Vaak blijven die virussen onopgemerkt, omdat ze geen symptomen veroorzaken. Maar dergelijke vondsten roepen wel allerlei vragen op over de mogelijke fytosanitaire risico's. In een deelproject PPS Fytosanitair Belangrijk voor Nederland is onderzoek gedaan naar de virussen die voorkomen in niet-Europese knolgewassen. Aan
de hand van Mashua (Tropaeolum tuberosum) wordt ingegaan op die virusvondsten, maar ook op belangrijke vervolgvragen.

Economie en politiek
Beide sprekers hadden oog voor de economische kant van het virusvraagstuk (niet onnodig zaden afkeuren) en specifiek René ook voor het spanningsveld tussen wetenschappers en beleidsmakers. "Een viroloog houdt rekening met de vraag hoe ziekmakend en besmettelijk een nieuw virus is. Een beleidsmaker gaat meer voor het uitsluiten van iedere vorm van risico en plaatst een nieuw virus uit veiligheidsoverwegingen op de quarantainelijst." Zoals met ToBRFV gebeurd is bijvoorbeeld. Inmiddels wil Nederland graag van die Q-status af, nu het virus inmiddels toch al wijdverspreid is. Ook in de VS stond de Q-status al ter discussie.

"Het is belangrijk om een goede balans te vinden tussen deze twee uitersten", vindt René. "Om het werkbaar te houden, moeten we met experts bepalen welke virussen we verder gaan onderzoeken. Een insteek hierbij kan zijn om specifiek te kijken naar mogelijke risico's op veel verhandelde gewassen met een groot economisch belang", geeft hij als voorzet in een voorpublicatie van een interview voor Naktuinbouwblad Buitenstebinnen.

Bron: Naktuinbouw