Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Hoe kunnen natuurlijke vijanden nog effectiever worden?

Telers kunnen sinds decennia gebruikmaken van natuurlijke vijanden in de strijd tegen plagen. Maar in sommige gevallen zijn die biologische bestrijders niet effectief, bijvoorbeeld doordat het gewas ervoor niet geschikt is. De Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research onderzoekt de kansen van nieuwe natuurlijke bestrijders en nieuwe toepassingstechnieken. Onderzoeker Ada Leman: "Ons doel? Ervoor zorgen dat chemische correcties tot een minimum worden beperkt."



In sommige teelten is de temperatuur in de kas te laag voor een succesvolle inzet van natuurlijke vijanden. Daarnaast zijn er gewassen die zelf niet aantrekkelijk zijn voor de biologische bestrijders. Dat is bijvoorbeeld het geval als over de bladeren of stengels van het gewas een dunne 'waslaag' ligt, waardoor ze te glad zijn voor bestaande natuurlijke bestrijders. Een andere mogelijke belemmering is dat de stengels en bladeren geen kleine haartjes hebben: ook in dat geval is het gewas niet aantrekkelijk voor de natuurlijke vijanden.

Onderzoek
De komende vier jaar onderzoekt WUR drie mogelijke oplossingsrichtingen. Zo wordt onderzocht of spinnen effectief zijn tegen potwormen (in potorchidee), cicaden (in amaryllis en basilicum) en trips (in potanthurium, anjer en amaryllis). Ook wordt onderzocht of gaasvliegen, roofvliegen, verschillende orius-soorten en spinnen effectief zijn in teelten met een lagere temperatuur. Verder wordt gekeken of de haartjes op een stengel of blad nagemaakt kunnen worden (bijvoorbeeld met plukjes wol), zodat roofmijten zich toch thuis voelen bij een gewas zonder haartjes op de stengels of bladeren. De eerste drie jaar zal het onderzoek plaatsvinden in het lab en de onderzoekskassen van WUR in Bleiswijk; het laatste jaar worden de gevonden oplossingen getest bij praktijkbedrijven.

Ada: "Veel plagen zorgen voor financiële schade bij de telers. Als er dan geen natuurlijke vijanden zijn, dan is het verleidelijk chemische middelen te gebruiken. Wij – mijn collage Sophie le Hesran en ik – hopen dat dat minder nodig is én dat we nieuwe natuurlijke bestrijders ontdekken."

Het project 'Biologische bestrijding 2.0' is een PPS en krijgt financiële steun van de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. Partners van het project zijn: Stichting KijK, Glastuinbouw Nederland, Gewascoöperatie Potorchidee, Gewascoöperatie Fresia, Divine Flowers, Biobest, Floralia, Gipmans Kruiden en telersvereniging Antogether. Halverwege mei was het startschot van het project 'Biologische bestrijding 2.0'.

Bron: Stichting Kennis in je Kas

Publicatiedatum: