Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Column FPC Alstroemeria

“Het is aan kwekers, exporteurs én Royal FloraHolland om het tij te keren”

Bernard Zuidgeest is directielid van kwekerij Together2Grow. Dat 'samen' zit niet alleen in de bedrijfsnaam, maar ook in zijn vrije tijd, waarin hij graag met vrienden een balletje slaat of trapt. Onlangs sprak hij in de FPC Alstroemeria zijn zorg uit over de hub in Naaldwijk. In deze column gaat hij hier verder op in en belicht hij oplossingsrichtingen.

'Naaldwijk is voor bloemenkwekers de belangrijkste hub. Het gros van de bloemen wordt in het Westland gekweekt. Toch neemt de toevoer van bloemen af op juist deze hub. Met als gevolg: bloemen voor onder meer het Verenigd Koningrijk gaan twéé keer over de A4. Eerst richting het noorden, naar Aalsmeer, en dan weer terug naar het zuiden, richting Hoek van Holland. Dat is zorgelijk. En het is aan kwekers, exporteurs én Royal FloraHolland om het tij te keren.

Want waarom doen we het op deze manier? Veel grote exporteurs kiezen vanuit kostenoverwegingen voor één hub. En dat is dan Aalsmeer. Wij kwekers volgen de exporteurs. Dat zijn toch onze klanten. De extra transportkosten nemen we voor lief. En dan heb ik nog niet eens over de onnodige extra milieubelasting die deze manier van organiseren met zich meebrengt. Dat moet veranderen. Maar als exporteurs en kwekers naar elkaar blijven kijken, gebeurt er niets. En ik denk dat Royal FloraHolland ook een rol heeft om de hub in Naaldwijk nog beter op de kaart te zetten.

Laten we eerlijk zijn: geen kweker in het Westland wordt blij van het onnodig vervoeren van bloemen naar Aalsmeer. Bloemen voor de afzetmarkten in Scandinavië en Duitsland? Die kunnen prima naar die hub. Maar gaan de bloemen naar het zuiden of naar het Verenigd Koningrijk? Gebruik dan de hub in Naaldwijk. Dat is minder belastend voor het milieu en het drukt de kosten. Als we die keuze met z'n allen maken, gaan de exporteurs vanzelf mee. Ook voor hen is besparing in kosten én CO2-belasting van niet te onderschatten belang. Er is alleen ook bij hen bewustwording nodig.

Wat kan Royal FloraHolland doen? Ik geloof niet in verplichten. Ik denk dat verandering beter werkt als partijen er zélf achter staan. Het moet vanuit de markt komen. Omdat marktpartijen snappen waarom het nodig is. Dat voorkomt weerstand en zorgt voor draagvlak. Maar de coöperatie kan de hub in Naaldwijk natuurlijk wel aantrekkelijker maken. Bijvoorbeeld door huurprijzen te verlagen. Of door aanvoertijden nóg verder te versnellen. Ook voor prijsvorming werkt het zo. Het gros van de bloemen komt nu in Aalsmeer terecht. Daardoor kan snel geleverd worden, en daar betalen exporteurs graag voor. Maar daaraan zit een maximum. Op een bepaald moment is het plafond in Aalsmeer bereikt, zowel in ruimte als in personeel. Dan lopen de aflevertijden op en daarmee de prijzen terug. Door bloemen beter – en naar afzetmarkt – te verdelen over de verschillende hubs voorkomen we dat.

Kortom: spreiden van onze bloemen over de verschillende hubs heeft veel voordelen. Het drukt de (transport)kosten en CO2-uitstoot. We kunnen sneller en efficiënter leveren, wat weer een positieve invloed heeft op de prijsvorming. En we zijn verzekerd van continuïteit in de menskracht en ruimte die op de hubs beschikbaar is. Dat is een win-win-win: voor ons als kwekers, voor onze klanten en voor de coöperatie. Het is tijd om nú in actie te komen.'

Bron: Royal FloraHolland

Publicatiedatum: