Was de overboeking van een geldbedrag tussen twee ondernemingen een geldlening (met terugbetalingsverplichting) of een investering in de samenwerking? En wie waren partij bij deze overeenkomst? Een belegger en een bedrijf dat onder andere actief is in de teelt van sierplanten komen er niet uit. De Rechtbank Gelderland deed daarom afgelopen maand uitspraak.
De partij die de lening ontving betwist dat er sprake is van een lening. Er zou sprake zijn van 'een investering in een samenwerking'. Uit de rechtszaak komt naar voren dat er volgens de gedaagde sprake was van een samenwerking en dat er een schreefgroei zou zijn ontstaan tussen de investeringen die beide ondernemingen in een samenwerking hadden gedaan. Ter compensatie van die schreefgroei zou een bedrag van 2 ton zijn overgemaakt. Dat bedrag is besteed aan een plantopstanden. De planten zijn geplaatst op de grond van een derde. Zodra de planten verkocht konden worden, zouden de opbrengsten worden gedeeld. Maar zover kwam het niet.
De rechter mist onderbouwing en bewijs op papier voor het bovenstaande betoog en geeft de partij die de lening verstrekte gelijk. Daarbij helpt het niet mee dat er één jaar lang wel rente is betaald. Dat strookt niet bij het verhaal van een investering.
De rechter oordeelt dat de lening uit 2017 van 2 ton terugbetaald moet worden, net als opgeteld ruim 40 duizend euro rente, zo leert de uitspraak van 16 juli. Een jaar na de start van de lening en de rentebetalingen stopten de rentebetalingen. De lening zou na een looptijd van 5 jaar in augustus 2022 volledig opgelost moeten zijn, maar dat is niet gebeurd.