Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Bob van der Bijl over zijn agroforestryproject in Kenia

“We willen biodiverse systemen creëren en geen ‘green desserts’”

"Dit project is gebaseerd op een ideaal. Wij willen het alternatieve gebruik van land bevorderen om zo klimaatverandering en ontbossing tegen te gaan. Wij denken dat dit project een bron van inspiratie kan zijn voor iedereen die geïnteresseerd is in natuurbehoud, biodiversiteit en het verlagen of compenseren van de CO2-uitstoot", zegt Bob van der Bijl, CEO en oprichter van Capital Africa Natural Capital Investments.

In 2018 vertrok hij naar Malindi, Kilifi County, Kenia, om het stuk land te kopen dat is uitgegroeid tot de 500 hectare grote Koromi Farm. Hier, in de bossen aan de kust, vermeerderen en kweken hij en zijn team verschillende bomen voor de productie van hout, honing en (cosmetische) oliën uit boomzaden. Het bedrijf werkt samen met natuurbehoud NGO's en lokale gemeenschappen met als doel het herstellen van lokale ecosystemen.


Koromi Farm

Theorie en praktijk
Bob: "Ik was consultant in de agri-business en ben veel bezig geweest met het schrijven van rapporten en het geven van advies. Op een gegeven moment kreeg ik de behoefte om bij te dragen aan iets tastbaars, iets dat de gevolgen van klimaatverandering verzacht. Omdat ik ervan overtuigd ben dat bossen en bomen van vitaal belang zijn voor de biodiversiteit en het stabiliseren van klimaatverandering, ben ik een agroforestryproject gestart in Kenia. Dit land heeft steeds meer te lijden onder ontbossing en bosdegradatie. Daarnaast vertelde een vriend van me dat de oostkust van Kenia een ideale locatie is voor dit soort projecten. Hier is namelijk veel betaalbare grond beschikbaar, en er is nog steeds voldoende regen voor het planten van bomen. Zo kwam ik uiteindelijk in Malindi terecht."


Bob van der Bijl

Aquaforestry
In het begin moesten Bob en zijn team even zoeken naar de manier waarop ze hun ideeën konden realiseren. Met vallen en opstaan kwamen ze erachter welke bomen goed groeien in de regio, en hoe de watervoorziening het beste beheerd kan worden. Bob: "Water was de grootste uitdaging in dit project. Na het planten van bomen is het in een semi-aride klimaat belangrijk om zaailingen extra water te geven om een ​​hoog overlevingspercentage te garanderen. Ik dacht dat een put voldoende zou zijn, maar het water bleek te zout. Later hebben we dammen geprobeerd, maar ook dat was geen oplossing. Uiteindelijk hebben we gekozen om regenwater op te vangen in bassins met vissen erin. Binnenkort willen we natuurlijke vijvers en een wadi aanleggen. Door de bomen te irrigeren met het afvoerwater uit visvijvers krijgen de bomen wat meer mest, en de viskweek levert ook extra inkomsten op. Dit is uiteraard ook interessant voor lokale gemeenschappen, wij hebben dit concept "aquaforestry" genoemd."

Droogteresistente bomen
Doordat water zo beperkt beschikbaar is, moesten Bob en zijn team de focus van het project verleggen. "In eerste instantie waren we van plan om een combinatie van fruitbomen en natuurlijke bomen te planten. Maar op onze projectlocatie werkte dit niet goed vanwege een gebrek aan water en regenval. De regenval is soms minder dan 600 mm per jaar als gevolg van La Niña. Daarom richten we ons nu op droogteresistente bomen voor hout, en onderzoeken we de mogelijkheden van 'carbon funding'. Eerst plantten we de bomen alleen voor het hout, maar inmiddels kweken we ook bomen voor (cosmetische) oliën. Daarnaast hebben we steeds meer gemengde beplanting, zodat we een monocultuur voorkomen. Door deze diversiteit van bomen kunnen we een betere bijdrage leveren aan de biodiversiteit in de regio. We willen namelijk biodiverse systemen creëren en geen 'green desserts'. Onze bomen zijn voornamelijk lokale bomen die waardevol zijn vanwege hun hout, boomzaadolie en het voedsel voor bijen. We planten ook een aantal bomen en struiken die met uitsterven bedreigd zijn. Ongeveer 50% van onze bomen zijn Melia Volkensii-bomen, de overige 50% bestaat uit andere boomsoorten. Op dit moment hebben we ruim dertig verschillende boomsoorten geplant."


Het team in actie

Samenwerkingsverbanden
Bob is van mening dat partnerschappen met lokale gemeenschappen, natuurbeschermingsorganisaties, andere agroforestry-bedrijven en commerciële investeerders cruciaal zijn om een ​​blijvende impact te hebben op de regio en haar biodiversiteit. "Natuurbeschermingsorganisaties zoals Nature Kenya en andere NGO's hebben veel goede inbreng wat betreft een duurzame aanpak. We hebben een vergelijkbare samenwerking met Nederlandse water- en vermeerderingsexperts, zoals Acacia Water en Growpact. Zij helpen met het verbeteren van ons waterbeheer en onze teeltmethoden. Deze samenwerkingen worden ook ondersteund door de Nederlandse overheid via de Landbouwraad van de Nederlandse Ambassade in Nairobi."

Bob geeft aan dat de lokale gemeenschappen over het algemeen zeer geïnteresseerd zijn in het planten en kweken van bomen: "Allereerst zijn er in Kenia geen koude winters, waardoor bomen het hele jaar door kunnen groeien. Om deze reden voorzien we de lokale bevolking van zaailingen, en als ze een boom kweken, kunnen ze het hout of de boomzaden aan ons verkopen. Bovendien kunnen sommige bomen (zoals de Moringa Olifeira) voor consumptie worden gebruikt en daardoor het lokale dieet verrijken. Het zou geweldig zijn als lokale gemeenschappen ook carbon credits zouden krijgen voor hun boomplantactiviteiten. Omdat we dit zien als een game changer zijn we op het moment druk bezig om dit te realiseren. Carbon credits zijn een vergoeding voor milieuvriendelijke activiteiten."


Zaailing worden o.a. uitgedeeld aan lokale scholen (Moringa Olifeira)

Bob benadrukt dat schaalvergroting essentieel is om het carbon creditsproject verder te kunnen ontwikkelen: "2000 hectare bomen is het minimum, dus we moeten minstens vertienvoudigen. Op het moment ontwikkelen we een concept waarbij we ons eigen grondbezit vergroten, maar hierbij betrekken we ook NGO's en lokale gemeenschappen. Wij zijn altijd op zoek naar partijen die geïnteresseerd zijn in CO2-projecten en bedrijven die hun technische en teeltkennis willen delen."

Ambities
Volgens Bob heeft zijn benadering potentieel in de rest van Kenia en andere delen van de wereld. "We zijn nu vijf jaar actief in het oosten van Kenia, en we weten welke bomen goed groeien in dit gebied. We hebben een catalogus met monitoringrapporten ontwikkeld die ons meer inzicht geeft in de boomsoorten die het meest geschikt zijn voor de regio. Door de jaren heen zijn we betrokken geraakt bij de vermeerdering van bomen om zo sneller groeiende en rechtere bomen te ontwikkelen."

Momenteel is de aandacht vooral gericht op de Keniaanse oostkust. "We verwachten dat hier onze eerste uitbreiding zal plaatsvinden. Op de langere termijn zouden we ons concept ook kunnen toepassing in de rest van het land en andere delen van de wereld. Wij denken dat onze aanpak vooral interessant is voor andere semi-aride regio's, zoals het Midden-Oosten. Wij geloven dat onze ervaring waardevol is voor alle landen waar men interesse heeft in herbebossing, biodiversiteit en het verkleinen van de CO2-voetafdruk. We zijn geen NGO, maar ons doel is om een ​​positieve lokale impact te hebben", besluit Bob.

Voor meer informatie:
Capital Africa Natural Capital Investments
Bob van der Bijl
+254 725 707 814
[email protected]
www.koromifarm.com