Eind juni is de definitie "kleinschalige kweker" vastgesteld door het FSI-bestuur (Floriculture Sustainability Initiative) voor de "Global North". Op dit moment wordt het aangepaste certificeringsschema verder ontwikkeld. Royal FloraHolland belicht graag verschillende perspectieven over dit onderwerp. Kwekerij VOF Brumbos teelt pioenrozen en snijheesters. Jolanda, mede-eigenaar heeft het leeuwendeel van de certificering voor de kwekerij geregeld. Momenteel is de kwekerij via MPS gecertificeerd.
"Alweer een aantal jaar geleden kwam mijn man met het idee om te certificeren, normaliter doe ik de administratie, maar we hadden echt het idee dat certificeren van meerwaarde zou zijn voor de handel van onze producten. We zijn begonnen met het MPS-ABC en MPS-SQ certificaat en als laatste hebben we MPS-GAP geregeld. We zijn nu gecertificeerd volgens de drie pijlers: Milieu, GAP en Sociaal. We merkten meteen dat er vraag naar gecertificeerde producten was vanuit grote bedrijven en de groothandel. Helaas wilden zij direct bij ons afnemen en dat paste niet bij ons bedrijf."
Waarom heb je juist voor deze certificaten gekozen?
Ik weet niet meer precies waarom we voor het MPS GAP- en Milieucertificaat hebben gekozen. We zijn nu zo gecertificeerd en het kost niet veel moeite om het te blijven behouden. Het sociale certificaat (MPS-SQ) vind ik het meest belangrijke omdat dat echt laat zien dat je goed omgaat met je personeel. Ook als ze via een uitzendbureau komen.
Was het moeilijk om te voldoen aan de eisen?
Toen we startten met de certificering, kwamen we erachter dat we aan de meeste richtlijnen al voldeden. Dat komt vooral door de manier waarop wij telen. We werken zonder kassen en met minimale gewasbeschermingsmiddelen. We sproeien (of beregenen) het veld alleen als het bloedheet is met grondwater. De meeste tijd voor de daadwerkelijke certificering waren we kwijt met het op papier zetten van de regels volgens het stramien. Bijvoorbeeld, er zijn minor en major zaken, die major zaken moet je goed regelen, anders krijg je geen certificaat.
Nu terugkijkend is certificering van meerwaarde?
Ik kan eerlijk gezegd niet met 100% zekerheid zeggen dat certificering meerwaarde heeft voor ons. Als iedereen straks gecertificeerd is, is er geen onderscheidend vermogen meer. De meeste kwekers zijn van zichzelf al veel bezig met de natuur en duurzaam produceren en kweken. Ik ben persoonlijk niet van het verplichten, je moet er zelf een drive achter hebben. En wordt de sector ook duurzamer van certificeren? Door de buitenwereld wordt vaak geroepen dat er dankzij ons geen bijen meer zijn bijvoorbeeld. Maar die hebben we juist nodig dus natuurlijk doen we er alles aan om die juist te behouden. Er is zoveel misinformatie, zo heb ik het idee dat de sierteelt als sector soms een slecht imago heeft. Een meerwaarde van certificering kan zijn dat je als sector transparanter wordt. Alle gegevens zijn dan bekend dus dan is het ook meteen duidelijk dat wij als sierteeltsector niet verantwoordelijk zijn voor alle milieuproblemen. Het is een taak van ons allemaal om duidelijk te maken wat de meerwaarde van certificering is.
Het kleinschalige kwekersschema
Vanuit het FSI-bestuur is opdracht gegeven om een aangepast certificeringsschema te laten ontwikkelen voor kleinschalige kwekers. Voor deze groep kwekers kan het een uitdaging om aan de gestelde eisen te doen qua administratieve lasten en kosten. Aan het aangepaste schema zijn minder controlepunten verbonden, ongeveer een derde van de criteria van het normale schema zijn hierin opgenomen. Zo wordt de administratieve last teruggebracht. Daarnaast wordt de audit voor de drie pijlers gecombineerd en hoeft deze niet elk jaar uitgevoerd te worden. Dat scheelt in de kosten. Het doel is om begin 2025 het aangepaste schema gereed te hebben. Meer informatie over de certificering vind je hier.
Bron: Royal FloraHolland