Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

"Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit"

Meer dan zeven miljard Nederlandse bloembollen gaan de grens over met een totale waarde van ruim een miljard euro (bron CBS, 2022). Een van de bedrijven die kleur geeft met de export van lelie en zantedeschia is Zabo Plant in 't Zand. Agrifirm-GMN ging op bezoek bij dit bedrijf waarbij mede-eigenaar Jacob Langelaan gepassioneerd vertelt over 'zijn' vak.

Zabo Plant werd in 1984 opgericht door de broers Kneppers waarvan Frits nu nog actief is. "Kees Landvreugd en ik traden later toe en enkele jaren geleden is Guido Veeken erbij gekomen", vertelt Jacob. "Guido heeft nieuwe energie binnengebracht met name bij de export van zantedeschia. Als Zabo Plant hebben we verschillende fasen doorlopen met meerdere activiteiten. Zo hebben we een tijd tulpen naar Japan geëxporteerd. Uiteindelijk merkten we het belang om echt te excelleren in een bepaalde niche. Het geeft focus en een vormvan rust. Daarom hebben we ons op zeker moment volledig toegelegd op de export van lelies en later ook zantedeschia omdat dit heel goed aansluit bij onze klantvraag."



Lily Looks en Roselily
Inmiddels maakt Zabo Plant een groeicurve door. Jacob daarover: "Wij zijn niet zo van de strategische doelen. We gaan aan de slag om vervolgens te merken dat het werkt en dan ga je groeien. We kregen daarbij zeker mooie kansen. Twee daarvan zijn nu belangrijke pijlers onder ons bedrijf namelijk de merken Lily Looks en Roselily. Lily Looks is van Wetering Potlilium. Van hen kregen we de vraag of wij een deel van de export overzee wilden doen. Het is een succes geworden want de consument in onder andere Amerika omarmt Lily Looks. Hetzelfde geldt voor de door de Zeeuwse broers De Looff gevonden Roselily lijn. Deze unieke dubbele lelie zonder stuifmeel is andermaal een succes en in mijn optiek kan het later weleens bestempeld worden als redding van de lelieteelt."

Nederland, bloembollenland
Nederland neemt een unieke positie in. Tegelijk staat de bloembollenteelt, en zeker de teelt van lelies, onder druk. Jacob: "Toch blijf ik optimistisch. De sector innoveert snel. De reductie van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen kan op verschillende manieren. Met nieuwe (biologische) middelen, maar ook door kritisch te kijken naar de teeltechniek. Wat je ziet is dat met name in de tweejarige teelt relatief veel ingrijpen nodig is. In Chili telen we zelf daarom ongeveer 70 ha lelies, eenjarig. Het doel was lang om dikke bollen te telen. Hoe dikker de bol, des te meer bloemen. Maar de Roselily bijvoorbeeld levert ook al in een kleinere maat (bijv. 12) meer bloemen. Dat is waar we naartoe moeten. Wat ik zie als een belangrijke taak, is om vraag gestuurd te produceren. Je houdt dan regie en kunt nadrukkelijk investeren in kwaliteit. Ik vind het niet erg dat we in hectares teruggaan. We kunnen beter minder produceren met meer toegevoegde waarde in marge en duurzaamheid. Voor concurrentie uit het buitenland hoeven we niet te vrezen. Hier zit echt alle kennis. Waar ik wel eens bang voor ben is dat we onvoldoende tijd krijgen om onze mooie sector toekomstproof te maken."

Botrytis resistentie
Botrytis is een hete aardappel in de lelieteelt. De druk kan enorm zijn, zo merken we ook dit jaar. Jacob daarover: "Wat mij afgelopen jaar opviel in onze show- en proefkas, is dat we in vrijwel elk ras vuurzagen. Met uitzondering van één ras: Tarrango. Van telers horen we vaak dat Tarrango tot aan de oogst groen staat en dat ze dat niet fijn vinden. Juist zo'n ras zou je minder kunnen spuiten om zo toe te werken naar een natuurlijke afsterving. Maar de praktijk is dat het gewoon tot het einde wordt meegenomen in de spuitschema's waardoor het er met de oogst nog frisgroen voorstaat. Dat heeft voor ons weer impact op de bewaring en uiteindelijke bloemkwaliteit. Wat we hieruit mogelijk kunnen leren, is om een dergelijk ras minder intensief te behandelen. Dit soort discussies moeten we met elkaar aangaan."

Ieder zijn rol in de keten
De kracht van de bloembollensector schuilt in specialisme en samenwerking. Van veredelaar, kweker, handelaar, exporteur tot onderzoek en advies. Jacob daarover: "Binnen die samenwerking maak je elkaar sterker. Daarbinnen heeft Agrifirm-GMN een belangrijke rol. Agrifirm-GMN is nauw betrokken bij onze teelt in Chili. Nederlandse kennis wordt als het ware zo geëxporteerd. Maar we houden in Nederland wel zelf de regie. Ook op het terrein van dompeling doen we gezamenlijk veel proeven om de bestrijding van schimmelziekten als pythiumen penicillium te verduurzamen. Dat lukt steeds beter. Het kan zelfs al volledig biologisch. Dat het dan niet lukt om een toelating via het Ctgb rond de krijgen, dat kan mij flink frustreren. Tegelijk geloof ik heilig in onze eigen kracht en innovaties en in de kracht van jonge mensen. Zo staat in ons bedrijf alweer een nieuwe generatie klaar om het roer over te nemen. Die samenwerking met jonge ondernemers richting de toekomst: dat geeft zo veel energie."

Bron: Agrifirm-GMN

Publicatiedatum: