Het is heel erg onwaarschijnlijk dat Nederland het wettelijke klimaatdoel van 55 procent emissiereductie in 2030 haalt. Die, al uitgelekte, conclusie trekt het Planbureau voor de Leefomgeving. Het PBL publiceert de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2024.
In het rapport is men ook niet zo positief over het halen van het 2030-doel door de glastuinbouw. De kans dat de sector het emissiedoel van 4,3 megaton haalt, schat het PBL op slechts 10%. Vijf jaar later komt de sector volgens PBL-schattingen wel dichtbij. Binnen de landbouwsector is het vooral de glastuinbouw waar op de langere termijn nog een verdere energiebesparing wordt verwacht.
WKK nog rendabel
De ramingen voor het energieverbruik in de glastuinbouw vallen hoger uit dan in de KEV 2022. Dat komt omdat het laten draaien van WKK's nog altijd loont op momenten dat er stroomtekorten zijn. Ook wordt rekening gehouden met een groter areaal glastuinbouw in 2030 dan twee jaar terug: 9.900 hectare in 2030. Areaalontwikkeling van de sector wordt in de KEV een onzekere factor genoemd bij de emissieramingen, naast onder meer verduurzaming van Tata Steel en de ontwikkeling van het weer.
Met het vastgestelde en voorgenomen beleid daalt de broeikasgasemissie voor de glastuinbouw van 6,3 megaton CO2-equivalenten in 2023 naar 5,8 [3,8-8,1] megaton CO2-equivalenten in 2030, inclusief methaanslip uit WKK-gasmotoren. WKK-inzet speelt een grote rol in de ramingen. Hoewel het aantal rendabele draaiuren afneemt richting 2030, is de WKK-inzet naar verwachting toch nog altijd aanzienlijk in 2030.
ETS2 opt-in
De PBL-conclusie is dat er (veel) extra beleid nodig is, wil Nederland de doelen alsnog halen. Voor de glastuinbouw is er vorig jaar met een pakket met belastingmaatregelen al veel gedaan om de sector richting het 2030-doel te sturen. Mogelijk komt daar ook nog een ETS2 opt-in bij.
Het PBL heeft in de berekeningen nog geen effect toegekend aan invoering van de opt-in. In het voorjaar van 2025 neemt het kabinet hierover een besluit. Dat geldt ook voor zogenaamde energie-BV's in de glastuinbouw. Daarover lezen we in de KEV 2024:
"Mogelijk wordt een deel van de energie die door de glastuinbouwsector wordt verbruikt, belast onder ETS2, omdat deze afkomstig is van zogeheten energie-BV's, die direct onder ETS2 vallen en dus niet afhankelijk is van een mogelijk opt-in van de sector. De omvang van het energieverbruik door installaties, die specifiek van deze constructie gebruikmaken, is
niet bekend bij het CBS. (...) Er is daarom in de analyse voor deze KEV geen rekening gehouden met mogelijke ETS2-kosten voor de zogeheten energie-BV's in de sector glastuinbouw."
Energiegebruik glastuinbouw daalt
Het PBL kijkt ook verder dan 2030. Na 2035 voorziet met enkel voor de sectoren mobiliteit en glastuinbouw nog een verdere daling van het energiegebruik. Het energieverbruik in de glastuinbouw neemt richting 2040 af door een combinatie van energiebesparing, de inzet
van hernieuwbare energie en een afnemend aantal rendabele draaiuren voor WKK-installaties. In 2040 klimaatneutraal telen in de glastuinbouw, dat lukt volgens het PBL op basis van de huidige inzichten niet. Er blijft een restemissie over.
De emissies uit de veehouderij en akkerbouw dalen naar verwachting tussen 2035 en 2040 nauwelijks. Dit komt, zo stelt het PBL, doordat er nauwelijks beleid is dat een doorwerking heeft na 2030. De lichte daling is dan ook het gevolg van autonome trends, met name de afname van de melkveestapel als gevolg van een hogere melkproductie per koe en een afname van het landbouwareaal.
Het PBL is kritisch op het huidige kabinet, dat met haar beleid te weinig effect heeft op het halen van de klimaatdoelen. De Raad van State is ook kritisch. Men roept in een reactie het kabinet op 'zo snel mogelijk effectieve maatregelen te nemen om klimaatdoelen te halen.'
8 miljard euro voor transitie land- en tuinbouwsector
LTO is niet verrast door het rapport. Zonder aanpassing van beleid is geen verbetering te verwachten, stelt men. Voorzitter Ger Koopmans: ''Boeren en tuinders voelen zich ook verantwoordelijk om een bijdrage te leveren aan de klimaat- en energietransitie. In de afgelopen jaren ontbrak het aan een klimaatprogramma, vergunningen om te investeren én voldoende financiering waardoor niet verwacht kan worden van boeren en tuinders dat zij in klimaatmaatregelen investeren. Voor de toekomst is het cruciaal dat strategisch beleid en toegang tot voldoende middelen uit het klimaatfonds boeren en tuinders helpen om te werken aan een nóg klimaatbewustere land- en tuinbouw. Langjarig beleid en doelmatige besteding van middelen vraagt een ''Uitvoeringsprogramma klimaatbewuste land- en tuinbouw' waarbij boeren en tuinders voldoende tijd krijgen om ambities te realiseren.''
LTO wijst op recent onderzoek van de WUR. Dat toont volgens de brancheorganisatie aan dat het huidige verdienvermogen van boeren en tuinders niet toereikend is om de gewenste transitie te realiseren. Een bijdrage van 23% aan de taakstelling vanuit de land- en tuinbouw legitimeert ook 23% van het totale beschikbare budget uit het klimaatfonds. Omgerekend gaat het dan om circa 8 miljard. Het klimaatfonds bevat bovendien nog ruim 15 miljard euro aan vrij besteedbare middelen om de klimaatdoelen in 2030 te behalen.