Thrips parvispinus, ofwel pepertrips en kortweg trips, is wereldwijd verspreid en bekend vanuit landen als Indonesië, India en China. Maar ook in Kenia (in de papayateelt), in de VS en op Hawaii vormt ze een serieuze bedreiging. En binnen Europa komt ze in Griekenland al meer dan 25 jaar voor, in Nederland sinds 2019 in de groene plantenteelt. Sindsdien komt ze in veel sierteeltgewassen voor en is ze ook een serieuze, vaste plaaggeest geworden in de Anthuriumteelt.
Trips veroorzaakt aanzienlijke schade aan planten en is moeilijk te bestrijden. Voor de hele agrarische sector is het van belang om alert te zijn op signalen van pepertrips zodat vroegtijdig ingegrepen kan worden. Om beter en duurzamer grip te krijgen op trips, is in samenwerking met Koppert een onderzoek gestart naar de effectiviteit van diverse groene gewasbeschermingsmiddelen en een heel scala aan biologische bestrijders.
Er is in dit onderzoek bewust gekozen om geen reguliere chemische gewasbeschermingsmiddelen in te zetten, omdat die de komende jaren verdwijnen. De insteek van het onderzoek was het verkrijgen van informatie over een effectieve groene aanpak van deze lastige trips. Met dit onderzoek willen we een bijdrage leveren in de aanpak van pepertrips op een duurzame wijze.
Vertify-onderzoek geeft bevestiging én nieuwe inzichten
De opzet van het onderzoek werd gedaan met PP1L anthurium pluggen. Totaal werden 180 pluggen verdeeld over twee trays van 90 stuks per gaaskooi. Het onderzoek hebben we in tweeën verdeeld: één met natuurlijke vijanden en één met groene insecticiden.
Voor de behandeling met natuurlijke vijanden hebben we twee preventieve introducties van Thrips parvispinus vrouwtjes uitgevoerd. Voor de insecticidenbehandelingen werden drie tot vier toepassingen uitgevoerd met een interval van vijf of zeven dagen.
De toepassing met groene insecticiden vond plaats elf dagen na de eerste introductie van Thrips parvispinus. Het toepassingsvolume was 1.000 L/ha. Motto (een uitvloeier) en Attracker (een trips-lokstof) werden aan alle behandelingen toegevoegd. De toepassingen werden uitgevoerd als bladtoepassingen met een spuitlans gericht op de boven- en onderkant van de bladeren. De behandelingen worden samengevat in de tabel hieronder.
Behandeling | Toegepaste stof | Dosering | Timing | Tijd van de dag | |
1 | Motto + Attracker (onbehandeld) | Suikerderivaat en vetzuuramine | 0,03% + 0,1% | T1, T3, T5 | - |
2 | NoFly + Motto + Attracker | Paecilomyces fumosoroseus | 0,25%+ 0,03% + 0,1% | T1, T2, T4, T6 | Einde |
3 | Code A +Motto + Attracker | Metarhizium anisopliae | 0,125%+ 0,03% + 0,1% | T1, T2, T4, T6 | Ochtend |
4 | Neudosan + Motto + Attracker | Vetzuren en kaliumzouten | 2%+ 0,03% + 0,1% | T1, T2, T4, T6 | Ochtend |
5 | Spruzit + Motto + Attracker | Pyrethrinen | 0,6l/ha+ 0,03% + 0,1% | T1, T3, T5 | Ochtend |
6 | Code B+ Motto + Attracker | Vloeibare organische meststof | 10L/ha + 0,03% + 0,01% | T1, T2, T4, T6 | Ochtend |
7 | Velifer + Motto + Attracker | Beauveria bassiana | 0,05%+ 0,03% + 0,1% | T1, T2, T4, T6 | Einde |
8 | Botanigard (WP) + Motto + Attracker | Beauvaria Bassiana | 0,0625% + 0,03% + 0,1% | T1, T2, T4, T6 | Einde |
9 | Code C + Motto + Attracker | Mycotal | 2 kg/ha + 0,03% + 0,1% | T1, T2, T4, T6 | Einde |
10 | Entonem + Motto + Attracker | 500.000 / m2 + 0,03% + 0,1% | T1, T2, T4, T6 | Einde | |
11 | NeemAzal-T/S + Motto + Attracker | Azadirachtin | 0,25% + 0,03% + 0,1% | (6 toepassingen bij Anthura) T1, T3, T5 | Ochtend |
12 | Code D + Motto + Attracker (Chemische referentie) | Vertimec (abamectine) | 0,15% + 0,03% + 0,1% | T1, T3, T5 | Ochtend |
Behandeling | Dosering | |
13 | Rooftrips Franklinothrips | 10/m2 |
14 | Amblyseius Swirskii + Carpoglyphus lactis/artemia | 200/m2 + 2000/m2 |
15 | Transeius montdorensis + Carpoglyphus lactis/artemia | 200/m2 + 2000/m2 |
16 | Chrysopearla carnea (ei) | 100/ m2 |
17 | Amblydromalus limonicus + Carpoglyphus lactis/artemia | 200/m2 + 2000/m2 |
Beoordeling en resultaten
De beoordelingen werden wekelijks uitgevoerd tot 14 dagen na de laatste toepassing. Op elke beoordelingsdatum werden aantallen trips (larven en adulten apart) geteld op 12 planten. Op het laatste beoordelingsmoment werden aantallen tripsen geteld op 40 planten. Gewasschade door trips werd gescoord van 1-5 (waarbij 1=geen infectie 5=hoge infectie). Aan het einde van de proef werd het versgewicht van 15 planten gemeten. Op elke beoordelingsdatum werden ook beoordelingen van de algemene toestand van het gewas, fytotoxiciteit en zichtbare spuitresten uitgevoerd.
Er zijn twee introducties van 17 en 11 vrouwelijke Thrips parvispinus gedaan met een wekelijks interval per kooi. De tripsen zijn gekweek op paprika. Er werd een goede aantasting bereikt. De eerste toepassingen met insecticiden werden uitgevoerd op relatief lage aantallen Thrips parvispinus.
Conclusie insecticiden behandeling
1. Aantal tripsen
Na herhaalde toepassingen liet geen van de behandelingen een significante reductie van de aantallen Thrips parvispinus zien. Met Code A, Neudosan en Code D (chemische referentie) is een trend zichtbaar waarbij een relatief laag aantal tripsen werd gevonden op alle beoordelingsmomenten.
2. Gewasschade
Aan het einde van de proef (16 dagen na de laatste toepassing) werden significante verschillen gevonden in gewasschade veroorzaakt door trips, waarbij de behandelingen Code D, Neudosan en NeemAzal-T/S resulteerden in de laagste gewasschade. Alle andere behandelingen verschilden niet van onbehandeld.
| Gewasschade (1-5) | ||||||
Behandeling | 23-4 | 30-4 | 7-5 | 16-5 | 22-5 | 31-5 |
|
Onbehandeld | 0,8 | 3,0 | 2,8 | 2,8 | 3,8 | 4,5 | c |
NoFly | 1,0 | 2,5 | 3,0 | 3,0 | 3,5 | 4,5 | bc |
Code A | 1,5 | 2,3 | 2,8 | 2,5 | 3,3 | 4,3 | bc |
Neudosan | 1,3 | 3,0 | 3,3 | 2,5 | 3,0 | 3,3 | ab |
Spruzit | 1,3 | 3,0 | 3,3 | 3,0 | 4,3 | 5,0 | c |
Code B | 0,5 | 3,0 | 3,5 | 2,8 | 3,8 | 4,8 | c |
Velifer | 1,3 | 2,8 | 3,5 | 3,3 | 4,0 | 4,8 | c |
Botanigard (WP) | 1,0 | 3,8 | 4,3 | 3,8 | 4,5 | 5,0 | c |
Code C | 0,8 | 3,5 | 3,8 | 3,5 | 4,3 | 4,8 | c |
Entonem | 1,5 | 2,8 | 3,0 | 3,8 | 4,0 | 4,8 | c |
NeemAzal-T/S | 1,0 | 2,3 | 2,3 | 4,3 | 3,0 | 3,3 | ab |
Code D | 1,0 | 2,5 | 2,0 | 3,8 | 2,3 | 2,5 | a |
fprob | 0,242 | 0,366 | 0,053 | 0,148 | 0,058 | 0,004 |
|
lsd | 0,8 | 1,2 | 1,3 | 1,3 | 1,3 | 1,4 |
Bij geen van de behandelingen werden spuitresten of fytotoxiciteit waargenomen. Motto en Attracker werden aan alle behandelingen toegevoegd om deze gelijkwaardig met elkaar te kunnen vergelijken. Echter is in de praktijk bij enkele gebruikte middelen het toevoegen van een hulpstof niet nodig. Een snellere droging door Motto bij de insectenparasitaire schimmels zou ook een nadelig effect gehad kunnen hebben omdat een langere natperiode de indringing van de schimmels in het insect kan verbeteren.
Conclusie natuurlijke vijanden behandeling
Aantal tripsen:
Na twee preventieve en zes curatieve introducties van natuurlijke vijanden, werd een significante reductie in aantallen larven, adulten en in totale aantallen trips gevonden bij alle behandelingen vergeleken met onbehandelde planten. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen de behandelingen met natuurlijke vijanden.
Gewasschade:
Na twee preventieve en twee curatieve introducties van natuurlijke vijanden werd in alle behandelingen een significante reductie in gewasschade gevonden vergeleken met onbehandelde behandelingen.
Na zeven introducties werden significante verschillen gevonden met behandeling Amblyseius Swirskii + Carpoglyphus lactis/artemia resulterend in relatief lage gewasschade en behandeling Amblydromalus limonicus + Carpoglyphus lactis/artemia resulterend in relatief hoge gewasschade.
Na acht introducties van natuurlijke vijanden werden er echter geen significante verschillen gevonden tussen de behandelingen (behalve onbehandeld).
| Gewasschade (1-5) | |||||||||
Behandeling | 23-4 | 30-4 | 7-5 | 16-5 | 22-5 | 31-5 | ||||
Onbehandeld | 0,8 | 3,0 | b | 2,8 | 2,8 | c | 3,8 | b | 4,5 | b |
Roofdrips Franklinothrips | 0,8 | 1,3 | a | 1,8 | 2,0 | ab | 2,0 | a | 2,3 | a |
Amblyseius Swirskii + Carpoglyphus lactis/artemia | 1,0 | 1,5 | a | 1,5 | 1,5 | a | 2,0 | a | 2,3 | a |
Transeius montdorensis + Carpoglyphus lactis/artemia | 1,0 | 1,3 | a | 1,8 | 1,8 | ab | 1,8 | a | 2,0 | a |
Chrysopearla carnea (ei) | 1,0 | 2,0 | a | 1,8 | 1,8 | ab | 2,0 | a | 2,3 | a |
Amblydromalus limonicus + Carpoglyphus lactis/artemia | 1,0 | 1,8 | a | 1,8 | 2,3 | bc | 2,5 | a | 2,8 | a |
fprob | 0,156 | 0,002 | 0,076 | 0,017 | 0,001 | <0,001 | ||||
lsd | 0,5 | 0,8 | 0,8 | 0,7 | 0,8 | 0,9 |
Het volledige rapport (in het Engels) van dit onderzoek is hier te downloaden.
Voor meer informatie:
Anthura
Tel: +31 (0)10 5291919
[email protected]
www.anthura.com
Vertify
Tel: +31 (0)228 563 164
[email protected]
www.vertify.nl