Het kabinet rekent op 15 petajoule aardwarmteproductie in Nederland in 2030. Brancheorganisatie Geothermie Nederland rekent zelfs op 18,4 PJ. Om daar te komen moeten wel alle huidige SDE-aanvragen gerealiseerd worden, en moeten die projecten hun warmte volledig kunnen afzetten. Geothermie Nederland constateert echter dat de SDE++-regeling vaak niet werkt voor geothermieprojecten.
Geothermie Nederland wijst op drie punten n.a.v. een recente Kamerbrief. Men roept op om de 'noodzakelijke versnelling' nu echt te realiseren. "Er is een structurele aanpak nodig om voorbeeldprojecten op te schalen en sneller van de grond te krijgen."
De brancheorganisatie 'ziet veel meerwaarde' in een clusteraanpak zoals in de regio Rijnland. "Het gaat daarbij niet alleen om nieuwe geothermieprojecten, maar ook om het stimuleren van uitbreidingen op bestaande projecten." Energie Beheer Nederland speelt hierbij een belangrijke rol door de financiële haalbaarheid te ondersteunen, stelt de organisatie, maar metn ziet dat de huidige participatie van EBN 'niet toereikend is om de gewenste groei te bewerkstelligen. "Het creëren van een consistent beleid, duidelijke richtlijnen en ondersteuning van succesprojecten is essentieel."
Geothermie Nederland wijst verder op de noodzaak van een eenvoudige en voorspelbare vergunningverlenging en op het punt van de SDE++-regeling. Men ziet liever een nieuw financieel instrument waarmee maatwerk voor geothermie mogelijk is.
"De huidige SDE++-regeling blijkt in veel gevallen niet geschikt voor geothermieprojecten, zoals ook blijkt uit het beperkte aantal aanvragen voor diepe geothermie in 2023 (slechts zeven). De lange terugverdientijd van geothermieprojecten en de hoge initiële investeringen vragen om een aangepaste financiële benadering."
Geothermie Nederland pleit voor de invoering van een specifieke garantieregeling (de RNES zal stoppen) en een CAPEX-subsidie dat operators helpt om de hoge exploratie- en ontwikkelingsrisico's te mitigeren. "Een dergelijke regeling moet niet alleen gericht zijn op grote, diepe geothermieprojecten, maar ook op kleinschaligere projecten die cruciaal zijn voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Een goed voorbeeld hiervan is de mogelijkheid om in te voeden op bestaande warmtenetten, zoals in stedelijke gebieden."
Bron: Geothermie Nederland