Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
Bram Meulblok, SenseNL

"Sensoren helpen bij het bepalen van welk vak wanneer een sproeibeurt nodig heeft"

De afgelopen weken heeft J&A Flowers getest met de nieuwe CARA MET Soil sensor van SenseNL op locatie De Lier. Deze sensoren bieden inzicht in de wortelzone van de plant. J&A Flowers is onderdeel van telersvereniging VannoVa en teelt op meerdere locaties Chrysanten. Binnen J&A Flowers is Remco van Ruyven verantwoordelijk voor de teelt en hij heeft deze proef begeleid. De CARA MET Soil is een nieuwe sensor die geschikt is voor gebruik in de volle grond, vertelt Bram Meulblok van SenseNL.

Hij legt uit: "Het doel van de test was om te zien of de data overeenkomt met het gevoel van de teler om vertrouwen te krijgen in de sensoren en om te zien of de CARA MET Soil sensor J&A Flowers kan helpen om inzicht te krijgen in wat er gebeurt in de volle grond en daarmee het waterbeleid te optimaliseren."

Ondanks dat de sensoren ook temperatuur en EC meten is Remco van Ruyven voornamelijk geïnteresseerd in de gegevens van het watergehalte.

"Het meten van EC en watercontent in Chrysantenteelt is lastig, omdat er in de volle grond wordt geteeld en de grond vóór elke teeltcyclus wordt gefreesd. Hierdoor is de samenstelling van de grond om de sensor steeds verschillend bij elke sensor. Door de irrigatie setpoint van elke sensor zelf te kunnen zetten na het opnieuw plaatsen in een nieuw vak, zijn de waarden betrouwbaar en per vak en teeltcyclus met elkaar te vergelijken," vertelt Bram.

De pilot is uiteindelijk opgedeeld in drie fases.
In de eerste fase waren in drie verschillende vakken 2 sensoren geplaatst. Eén op ca. 12 cm diep en een op 25 cm, om te zien in hoeverre het effect van watergift terug te zien is op verschillende dieptes in de grond.

In de tweede fase werden de sensoren verdeeld in twee groepen voor twee vakken, twee sensoren op 12 cm diep en één op 25 cm. Hiermee werd gekeken in hoeverre de sensoren op gelijke diepte consistent waren in hun meettrends.

De derde fase, die nog loopt, wordt gebruikt om de metingen van de sensoren te vergelijken met bodemmonsters, om te zien of de fysiek waargenomen eigenschappen van de grond samples overeenkomen met de waarden die de sensoren laten zien.

De eerste fase liet inderdaad zien dat meten in de volle grond en met sensoren die na het frezen herplaatst moeten worden niet eenvoudig is. Doordat de grond op verschillende plaatsen niet dezelfde luchtigheid heeft door het frezen en doordat de grond kan inklinken, moeten de sensoren na het plaatsen en de eerste watergift hun initialisatiewaarde krijgen. Dit moet eventueel nogmaals gebeuren wanneer de grond is ingeklonken.

In de tweede fase zijn er twee sensoren op 12 cm diepte geplaatst om goed te kunnen zien wat er gebeurt met het inklinken. Omdat de grafieken van de meetwaarden van de verschillende sensoren op dezelfde plaats en diepte elkaar mooi volgen, minder dan 3% afwijken van elkaar en overeenkomen met het gevoel van Remco, heeft Remco er vertrouwen in dat hij in de toekomst zijn watergift meer op basis van de sensordata kan gaan sturen. Met meer dan 100 teeltvakken zou hem dat veel werk schelen.

Remco geeft aan dat hij graag de frequentie van watergift beperkt, omdat elke sproeibeurt de vochtigheidsgraad van de lucht enorm verhoogt. Hij wil dus graag meer vakken kunnen combineren en mogelijk zelfs de hoeveelheden van de watergift per vak afstemmen.

"SenseNL heeft een alarmeringsfunctie in de webapplicatie ingebouwd waarbij de sensor kan aangeven wanneer het vochtgehalte onder de minimale waarde komt waarop er gesproeid moet worden. Een tweede ondergrenswaarde zou aan kunnen geven wanneer in een vak wel gesproeid zou mogen worden, maar het nog niet strikt hoeft. Op deze manier zou J&A Flowers nog makkelijker vakken samen kunnen voegen bij een sproeibeurt en op deze manier het aantal sproeibeurten beperken en de relatieve luchtvochtigheid in de kas verlagen," vertelt Bram.

De watergift volledig automatiseren (wat door middel van de beschikbare koppeling met de klimaatcomputer kan) ziet Remco niet zitten. Hij wil bijvoorbeeld niet dat er automatisch een watergift plaatsvindt, wanneer er nog arbeid in een teeltvak gepland staat.

Het moment van sproeien wil Remco nog graag zelf bepalen, maar alle hulp in het bepalen van welke vakken besproeid kunnen worden, of inspectie nodig hebben, gaat hem zeker werk uit handen nemen.

Voor meer informatie:
SenseNL
Ambachtsweg 41F
2641 KT Pijnacker
Tel: +31 (0)85 876 89 09
www.caramet.com

J&A Flowers
Kreekrug 16
2678 PR De Lier
[email protected]
www.jaflowers.nl