Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Tomatenteler krijgt deel energiebelasting en ODE niet terug

Een kleine vergoeding voor immateriële schade van 1000 euro en vergoeding van de proceskosten. Daarmee moet een tomatenteeltbedrijf het doen in een tegen de Belastingdienst aangespannen zaak over energiebelasting en ODE.

De uitspraak van de Rechtbank Den Haag in de zaak over 2021 liet te lang op zich wachten. Vandaar de vergoeding. In totaal betaalde het tomatenteeltbedrijf ruim 490 duizend euro belasting. De hoop was dat het bedrijf aanspraak kon maken op een teruggaaf van ruim 25 duizend euro.

Het draait in de zaak om WOZ-beschikkingen. Het is niet de eerste keer dat de rechter zich hierover buigt. Ook andere telers spanden zaken aan, onder meer in Westland en Oostland

Beoordeling rechtbank
Is er spraken van één of meer aansluitingen voor de energiebelasting en Opslag Duurzame Energie. De Belastingdienst kijkt anders naar WOZ-beschikkingen dan de gemeente in deze zaak. Er is geen sprake van één onroerende zaak, ondanks dat de gemeente uitgaat van een zogenaamd samenstel. Bij het bedrijf met meerdere locaties is slechts in een geval sprake van een samenstel. Meerdere locaties van het bedrijf liggen op een spreekwoordelijke zakdoek.

De rechtbank stelt vast dat de locaties hoofdzakelijk kassencomplexen betreffen, waarin verschillende tomatensoorten geteeld (kunnen) worden. De verschillende locaties bevinden zich op enige afstand van elkaar, variërend van ruim honderd meter tot enkele kilometers. Tussen de locaties bevinden zich steeds percelen, opstallen of wegen van derden dan wel een openbare weg. Er mist daarom (onmiskenbaar) geografische samenhang tussen de diverse locaties van de betreffende verbruikers. Verder zijn de locaties in beginsel elk afzonderlijk voor het productieproces van een tuinbouwbedrijf ingericht en operationeel, zodat sprake is van zelfstandig bruikbare eenheden.

De rechtbank concludeert echter ook dat niet is gebleken dat de locaties dusdanig afhankelijk van of dienstbaar zijn aan elkaar dat zij niettemin bij elkaar behoren en daarom als samenstel moeten worden aangemerkt. Dat de betreffende locaties centraal worden aangestuurd, dat personeel en de benodigde apparatuur op de diverse locaties wordt ingezet en dat de bedrijfskleuren en het bedrijfslogo en de digitale vormgeving op de locaties aan elkaar gelijk zijn, maakt ook niet dat de locaties zodanig bij elkaar horen dat sprake is van één onroerende zaak.

Het tomatenteeltbedrijf kan tegen de uitspraak in hoger beroep gaan.