Hoe gaat de nieuwe generatie kwekers om met de steeds verder internationaliserende sierteeltmarkt? Peter Cheserem is directeur bij Sian Flowers, een Keniaanse rozen- en zomerbloemenkwekerij. "We onderzoeken elke dag hoe we het beter of anders kunnen aanpakken."
Je studeerde in Wales en Australië. In dat laatste land woonde en werkte je vervolgens vijftien jaar. Was het altijd je droom om in het familiebedrijf terecht te komen?
"Jazeker. Toen ik klaar was met mijn bacheloropleiding in Wales, keerde ik terug naar Kenia. Ik wilde graag in het bedrijf aan de slag. Maar het was anders dan ik me had voorgesteld. Ik wilde meteen meedenken en meebeslissen in het bedrijf, maar was ik - achteraf gezien - toen nog niet klaar voor. Ik kreeg wel de kans om van alle verschillende afdelingen in de organisatie te proeven: van de verkoopafdeling, productie en transport, marketing, financiën. Dat was leerzaam. En na een jaar wist ik: als ik nu in het bedrijf stap, heb ik door alle verantwoordelijkheden minder mogelijkheden om de wereld te ontdekken. Dus dat besloot ik te doen. Ik ging reizen, en vervolgens startte ik in Australië aan een masteropleiding. Dat was een goede stap. Door nog een opleiding te doen en meer van de wereld te zien, heb ik me verder ontwikkeld. Het duurde ook iets langer dan gepland. In plaats van een jaar, bleef ik inderdaad vijftien jaar in Australië."
Waarom besloot je terug te keren naar Kenia?
"Ik had altijd het idee om alsnog in het familiebedrijf te gaan werken. Rond 2019 besloot ik de stap terug te maken. Maar ook dat ging sneller dan verwacht. In 2020 was ik voor een kort bezoek aan vrienden in Kenia. Toen kwam corona en sloten de grenzen. De anderhalf jaar die volgde, werkte ik nog op afstand voor mijn Australische werkgever. Daarna maakte ik definitief de overstap naar Sian Flowers."
Hoe is het om in een familiebedrijf te werken, samen met je neef, oom en vader?
"Het scheelt dat vóór mij, mijn neef al in het familiebedrijf was gestapt. Hij was de eerste van de nieuwe generatie die het roer langzaam maar zeker overnam van mijn vader en zijn vader, mijn oom. Daarna volgde ik. In het begin was het vooral: geduldig zijn. Onze vaders hebben het bedrijf 35 jaar geleden op een bepaalde manier opgebouwd, vanuit een visie. Het was goed om door hen meegenomen te worden in het bedrijf, en zo de verschillende kanten van onze bestaande business te leren kennen. Aan de andere kant: de wereld én sierteeltmarkt zijn sterk veranderd in vergelijking met zoveel jaar geleden. Er zijn strengere eisen voor duurzaamheid en we verkopen allang niet meer alles via de veiling. Dat vraagt om een nieuwe blik. En daarvoor zijn wij er, mijn neef en ik, als nieuwe generatie."
Wat is jullie belangrijkste uitdaging op dit moment?
"Dat is: hoe kunnen we ons verhaal goed vertellen. En niet alleen naar onze klanten toe, maar vooral naar de consument. De mensen die onze bloemen straks op tafel hebben staan, of die onze boeketten cadeau doen tijdens Valentijns- of Moederdag. Onze belangrijkste markt is Europa. Zeventig tot tachtig procent van onze handel gaat daarnaartoe. Maar in de Europese media worden alleen bepaalde onderdelen van de kweek van bloemen belicht en blijven de positieve kanten grotendeels onderbelicht. Over gewasbeschermingsmiddelen de grote ecologische voetafdruk. Terwijl we zoveel stappen zetten om onze bloemen zo duurzaam mogelijk te produceren. En we er alles aan doen om onze CO2-uitstoot steeds verder te verminderen. Plus: bloemenkwekerijen als de onze bieden baankansen voor mensen hier in de omgeving. Kijk: onze klanten weten dit wel. Maar de gemiddelde consument niet. Daarom moeten we dit verhaal vertellen. Maar dat is niet zo makkelijk."
Sian Flowers is lid van Royal FloraHolland. Voel je je als internationaal lid onderdeel van de coöperatie?
"Die connectie is wel veranderd. In de beginjaren van dit bedrijf liep alles via de sierteeltmarktplaats. Maar tegenwoordig handelen we voornamelijk direct met onze klanten. Dat komt ook omdat klanten dat zelf willen. Zij vinden het niet prettig als rozen die ze bij ons kopen éérst naar Nederland moeten, voor ze naar de eindbestemming kunnen. Die extra handling is niet efficiënt en wenselijk. Gelukkig ziet Royal FloraHolland dit ook. We hebben regelmatig contact met het lokale bureau van de coöperatie, hier in Kenia. Ik heb wel het gevoel dat daar geluisterd wordt naar wat wij nodig hebben. Aan de andere kant gebruiken we de klok nog wel, bijvoorbeeld om te onderzoeken door welke klanten en vanuit welke landen onze producten worden gekocht. Dan zie je ineens: Italië, Zwitserland, Frankrijk – goh, dat zijn ook interessante markten op actiever op af te stappen. Maar het zou natuurlijk mooi zijn als Royal FloraHolland ons helpt het verhaal van verduurzaming in de sierteeltsector te vertellen."
Wat maakt jullie internationale aanpak innovatief?
"Onze bloemen leggen altijd een flinke afstand af voordat ze bij de consument staan. Maar we onderzoeken continu hoe het beter kan. Zoals via schepen in plaats van vliegtuigen. Onze bloemen zijn sterk genoeg om 30 dagen goed te blijven. En schepen zijn veel meer verbonden aan een bepaald gebied dan vliegtuigen. Zo rond Black Friday en de feestdagen kom je er bij veel luchtvaartmaatschappijen niet meer tussen met je bloemen. Dat is bij scheepvaart anders. Kortom: het is beter voor ons bedrijf én voor de aarde. Zo kijken we elke dag weer hoe we dingen anders of beter kunnen aanpakken."
Bron: Royal FloraHolland