In de land- en tuinbouw worden planten geteeld voor voedselproductie, maar dit wordt bemoeilijkt door micro-organismen die ziektes veroorzaken. Om mislukte oogsten te voorkomen, is de wereldwijde voedselproductie afhankelijk van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Planten zijn echter gastheer van complexe en diverse microbiële gemeenschappen (microbiomen), die naast kwaadaardige micro-organismen grotendeels bestaan uit onschadelijke of zelfs gunstige microben. Dit complexe microbioom speelt een cruciale rol in de gezondheid van planten en wordt deels door de plant zelf gereguleerd.
Wanneer planten worden geïnfecteerd door ziekteverwekkende microben, zoals valse meeldauw, kunnen zij goedaardige micro-organismen aantrekken die helpen de ziekte te onderdrukken. Interessant genoeg profiteren ook opvolgende generaties planten van een verbeterde bescherming tegen ziekte wanneer zij groeien in een bodem waar eerder geïnfecteerde planten hebben gestaan. Dit proces, waarbij planten zogenaamde ziektewerende bodems creëren, heeft het potentieel om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw aanzienlijk te verminderen.
In een proefschrift van J. Spooren van Universiteit Utrecht hebben ze met de modelplant Arabidopsis thaliana (zandraket) onderzocht welke micro-organismen verantwoordelijk zijn voor deze ziektewerendheid, hoe ze worden gerekruteerd door geïnfecteerde planten en hoe ze worden doorgegeven aan de volgende generatie planten groeiend in de ziektewerende bodem. "Opmerkelijk genoeg toont ons onderzoek aan dat vooral het microbioom op de bladeren van planten een cruciale rol speelt in de opbouw van de ziektewerendheid in de bodem. Deze inzichten bieden perspectieven voor de ontwikkeling van gewassen die beter in staat zijn ziektewerende bodems te creëren, wat kan bijdragen aan een duurzamere en milieuvriendelijkere landbouw."
Het proefschrift zal op 8 januari worden verdedigd.
Bron: Universiteit Utrecht