De behoefte aan huisvesting van arbeidsmigranten in onder meer de glastuinbouw is groot. Nu wonen arbeidsmigranten soms nog in reguliere huizen. De gemeente Altena stak hier, wijzend op beleidsregels, een stokje voor. Een teler ging in beroep. Zonder succes.
Uit een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 23 december blijkt dat de gemeente gelijk krijgt. De omgevingsvergunning voor huisvesting van arbeidsmigranten in een woning is terecht afgewezen.
Het college van burgemeester en wethouders mag van de rechter bij haar besluit er rekening mee houden dat de teler inmiddels is voorzien in een omgevingsvergunning voor het realiseren van een kassencomplex voor glastuinbouw met huisvesting voor 274 arbeidsmigranten op een andere locatie. Daarbij is een voorwaarde dat arbeidsmigranten in de huisvestingslocatie ook bij de teler werken, en niet elders.
In de zaak waar deze uitspraak over gaat, gaat het om huisvesting in een bestaande woning en daarmee om een relatief beperkt aantal arbeidsmigranten ten opzichte van de later vergunde huisvesting. Dat de teler behoefte heeft aan en plannen heeft voor nog meer huisvesting van haar arbeidsmigranten maakt niet dat de belangenafweging van het college onredelijk is, vindt de rechter.
Naar aanleiding van het voor huisvesting van 274 arbeidsmigranten liet de gemeente een onderzoek, een 'maatschappelijke impactanalyse, uitvoeren. Dat rapport is afgelopen voorjaar door de gemeente gepubliceerd. Uit het rapport bleek dat er op het gebied van communicatie het nodig niet goed is gegaan. Over de plannen ontstond veel onrust.