In de zomer van 2022 kondigde jongplantenbedrijf Denis-Plants uit Lochristi aan dat Johan Vrancken, René Denis opvolgde als Managing Director en mede-eigenaar werd. Patrick Dieleman van AVBS sprak hen over hoe die samenwerking tot stand kwam, hun toekomstplannen en hun pioniersrol op vlak van veenvrij substraat.
Johan, handelsingenieur van opleiding, vervulde diverse financiële functies. Maar hij droomde als zoon van zelfstandigen altijd van een eigen bedrijf. Via een gemeenschappelijke kennis kwam hij in contact met René Denis, die discreet op zoek was naar iemand met zijn profiel. "We hadden heel wat gesprekken over hoe elk van ons de toekomst zag en over onze rollen binnen het bedrijf. Het bleek dat we grotendeels dezelfde visie deelden." Ze dienden akkoord te geraken over de waardebepaling van het bedrijf en Johans aandeelhouderschap. "Ik kende de sector totaal niet, maar de nichemarkt van in vitro-vermeerdering triggerde me meteen. De technologie sprak me aan en het was snel duidelijk voor mij dat er nog heel wat toekomstmuziek zit in dit bedrijf. Het was ideaal dat we eerst negen maanden konden samenwerken."
Johan en René deelden toen dezelfde bureelruimte en hebben veel met elkaar gepraat. René reageert dat het een heel intensieve periode was. "Voor jou was elk woord nieuw en elke nieuwe vakterm uit de sierteelt vroeg om uitleg." Johan was blij dat hij in een omgeving terechtkwam waar heel wat kennis aanwezig was, met mensen die die kennis ook wilden delen. "Het was ook een belangrijk signaal dat er iemand kwam die voor continuïteit ging zorgen – zowel voor de medewerkers als voor de klanten."
Op zoek naar een opvolger
René bekeek eerst de opties binnen zijn eigen gezin en nadien binnen het bedrijf. "Daarna onderhandelde ik met kandidaat-overnemers. Maar ik voelde dat hun strategie anders was dan de mijne, en dat dit veel kon veranderen voor de mensen rondom mij die het bedrijf mee hebben gemaakt tot wat het nu is. Na die onderhandelingen heb ik confidentieel aan allerlei relaties meegegeven welk profiel ik precies zocht. Het was voor mij een absolute vereiste dat die persoon van buiten de sector kwam. Aan iemand uit de sector blijven sowieso zaken kleven. Ik wilde absoluut dat mijn medewerkers met grote verantwoordelijkheid op commercieel, teelttechnisch of andere vlakken hun verantwoordelijkheid konden behouden, zonder stempel van bovenaf. Johan voldeed daar volledig aan en blijft daarin groeien."
De start
Johan maakte de medewerkers meteen duidelijk dat hij geen revolutie wilde ontketenen. "Uiteraard wil ik mijn eigen accenten leggen, maar het zal eerder een evolutie zijn dan een revolutie. Dat sluit niet uit dat we kritisch moeten zijn en alle processen ook wel eens tegen het licht moeten durven houden om een en ander te verbeteren. Doordat ik van buiten de sector kom, is de leercurve enorm steil. Ik moest echt wel uit mijn comfortzone treden. Mijn vorige werkervaringen waren 'finance'-gerelateerd. Ik stuur nu ook heel andere domeinen aan: productie, het labo, R&D, sales, de supply chain vanuit onze productielabs in het buitenland, .… Je komt in een werkomgeving terecht met een veel bredere scoop. Dat was uitdagend, en dat is het nog steeds. Het eerste jaar was extra zwaar omdat ik het moest combineren met de starterscursus. De overheid eiste toen nog een landbouwdiploma van alle bestuurders van een vennootschap om in aanmerking te komen voor VLIF-subsidie. Mijn vrouw heeft mij het eerste jaar weinig gezien. Uiteraard heb ik toen ook heel wat kennis opgebouwd."
Op de vraag wat hem het meest verraste in de sector, reageert Johan dat een levend product de nodige complexiteit en uitdagingen met zich meebrengt. "De kmo's, waar ik als consultant kwam, konden perfect hun productie voorspellen op basis van de ingrediënten. In onze sector is dat veel complexer. We hebben hier ons eigen labo, maar we hebben ook onze productielabo's in het buitenland. Ze kunnen perfect hun productiecapaciteit aangeven, maar de praktijk wijkt soms af. Soms lukt een bepaalde soort ginder beter of omgekeerd. Toch is alles heel goed gepland. Maar als onze computer aangeeft dat hier 100.000 Geranium ''Rozanne' staan, betekent dit niet dat die allemaal uitleverbaar zijn. Je hebt heel veel parameters, uitvalpercentages, kwaliteitsnormen, … Dergelijke zaken maken onze business vrij complex. We moeten continu monitoren en bijsturen. Onze klanten worden dan ook nog geconfronteerd met een moeilijk voorspelbare prijsvorming, die sterk wordt beïnvloed door vraag en aanbod. Dat brengt uitdagingen mee."
Deels loslaten
Op de vraag of het lukt om zijn bedrijf los te laten, reageert René dat hij tevreden is over zijn keuze. "Ik wilde het bedrijf in de familie houden, over de generaties heen. Johan is heel gedreven. Ik heb nooit een kloon van mezelf gewild als opvolger. Ik volg nog steeds de financiën en Johan zou nooit een zwaarwegende beslissing nemen zonder mijn mening daarover te kennen. Maar het is uiteindelijk aan hem om te beslissen. Ik ben heel gelukkig dat Johan me betrekt bij aspecten, zoals de robotisering, waar we nu sterk op inzetten. Anderzijds ben ik ook blij dat ik nu meer tijd heb voor mijn echtgenote, kinderen en kleinkinderen. En ik ben bijvoorbeeld vorige week mee geweest met de Buffalo's voor hun Europese uitwedstrijd. Dit had ik veel eerder moeten doen."
René bracht de meerderheid van de aandelen onder in een maatschap, waarvan zijn drie kinderen aandeelhouder zijn. Ze zitten in de raad van advies die een viertal keer per jaar samenkomt. "Ze kunnen daar hun eigen mening geven, maar ze leren ook van Johan wat achter bepaalde ontwikkelingen zit." Johan beseft dat hij nu vooral overlegt met René, maar dat hij later met diens kinderen aan tafel zal zitten. "Het is belangrijk dat ze nu al betrokken worden bij de visie op lange termijn en de komende uitdagingen. Ik zie hen daarin groeien; hun vragen zijn nu heel anders dan twee jaar geleden."
Peat-free
Denis-Plants kondigde op Four Oaks aan dat ze vanaf 2025 met veenloos substraat werken voor de vaste planten. Johan vertelt dat ze daarvoor niet over één nacht ijs gingen. "We zien een wetgevend kader op ons afkomen. In Engeland staan ze daarin al een beetje verder dan in Europa, maar we verwachten dat dit ook hier komt." Vandaag worden vooral kokosvezel en houtvezel naar voor geschoven als alternatief. Die scoren milieutechnisch beter dan veen, omdat het afvalproducten zijn. "De uitdaging is een continue toevoer, rekening houdend met de stijging van de vraag. Ook de kwaliteit moet constant zijn. Dat laatste is bijvoorbeeld niet haalbaar met compost. Daarnaast moeten de planten ook goed groeien in het substraat. We hebben samen met onze substraatleveranciers proeven aangelegd, de eerste al in 2018. Voor ons is het belangrijk dat de plug mooi samenblijft, omdat alle plantjes door een sorteerrobot gaan vóór aflevering. Ook de pH is een uitdaging. Al iets meer dan een jaar waren de resultaten voor veenloos geteelde vaste planten zo goed als die met veen. We hadden ook nog een discussie met onze substraatleveranciers, omdat de prijs 20% hoger lag. Maar de markt is nog steeds niet bereid om die te betalen. De toestroom van veenalternatieven is echter dusdanig geëvolueerd dat het prijsverschil vandaag miniem is. Voor de Engelse markt, waar het wetgevend kader het verst gevorderd is, moesten we volledig omschakelen. Een aparte teelt voor Engeland was geen optie. Daarom kozen we voor een pioniersrol in veenvrij substraat voor al onze vaste planten, behalve Hakonechloa's. Aan de omschakeling bij kamerplanten werken we nog, omdat de pH daarvoor nog een stuk gevoeliger ligt. Op Four Oaks werd dit heel positief onthaald." Johan geeft toe dat de niet-Britse klanten er weinig van wakker liggen. "Maar we zien het wetgevend kader op ons afkomen, de retail is ermee bezig, en ook duurzaamheidsrapportage (ESG) komt op ons af. Ik ben ervan overtuigd dat we de juiste keuze gemaakt hebben."
Automatiseren
Gevraagd naar zijn toekomstdromen, reageert Johan dat je continu moet bewaken dat je het juiste productengamma aanbiedt. "Het is niet zeker dat een cultivar die het vandaag goed doet ook nog in trek zal zijn binnen vijf jaar. Ik stimuleer mijn medewerkers om bij de klanten goed te luisteren naar waar zij behoefte aan hebben. De klimaatverandering zal ons verplichten om meer aandacht te hebben voor droogtetolerantie. We zoeken ook naar cultivars die compacter groeien en bijgevolg minder moeten geremd worden. We zijn niet echt gekend als veredelaar. Maar we willen zeker stappen vooruitzetten in veredeling, met de kennis die we in huis hebben, zonder dat we de ambitie hebben om op termijn het gros van onze inkomsten uit royalties te halen. Verder zijn we ook ernstig bezig met automatisering, omdat we efficiëntiewinsten zoeken. Er waren eerder al prototypes van robots die plantjes van weefselteelt konden verspenen, maar de plantjes dienden in een rasterstructuur te staan. Dan verschuif je de uitgespaarde arbeid eigenlijk naar het productielabo en wordt ook het transport duurder. Uiteindelijk hebben we bij TTA, die ook onze sorteerrobot leverde, verspeenrobots gekocht die dit aankunnen. Twee robots kunnen de output leveren van tien mensen. Ik kan die laten draaien met drie mensen, wat me een arbeidsbesparing van 70% oplevert."
René legt uit dat ze de vaste ploeg van een 35-tal medewerkers hebben verteld dat die robot geen bedreiging vormt voor hun job. "Op de drukste momenten van het jaar komen er tot 40 seizoenarbeiders bij, wat soms spanningen geeft. Met minder extra krachten behouden we de familiale sfeer en verhogen we de productie." Johan vult aan dat die robots ook gaan toelaten om kwaliteitsstandaarden te definiëren. "Onze vaste medewerkers kunnen goed selecteren welke plantjes aan de minimumvereisten voldoen, maar dat is niet vanzelfsprekend voor gelegenheidsarbeiders. Die robot selecteert enkel de plantjes die voldoen. Als we de andere in een tweede run laten verwerken, hebben we in feite al gesorteerd bij het verspenen." De toekomstwens van René is heel duidelijk: "We hebben vooropgesteld om in vijf jaar tijd de omzet te verdubbelen. En daarvoor zijn de plannen gemaakt! "
Bron: AVBS