Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven

Kassenbouwer met knieklachten had zittend werk moeten proberen

Een kassenbouwer met acute knieklachten is onterecht op staande voet ontslagen. De medewerker meldde zich ziek. Daarna ontstond een arbeidsconflict, dat uitmondde in ontslag op staande voet. Dat is niet terecht geweest, oordeelt de rechter nu. Een loonstop, volgend op het weigeren van aangepast werk, was wel terecht.

Ontslag
Het ontslag op staande voet volgde nadat uit een rapport van een arbeidsdeskundige bleek dat de werknemer weer de oorspronkelijke werkzaamheden uit kon gaan voeren. De werknemer betwist de uitkomst van dit rapport met klem.

Hoe de arbeidsdeskundige bij de conclusie komt dat werknemer met de thans geldende beperkingen in staat is om de eigen functie te vervullen, is een groot raadsel, stelt de rechter. "Misschien moet de verklaring gezocht worden in het feit dat de arbeidsdeskundige nooit met werknemer heeft gesproken. Zij hebben elkaar wel ontmoet maar de taalbarrière verhinderde een zinvol gesprek." Tot een gesprek met een tolk kwam het daarna niet.

De rechter snapt niet hoe de arbeidsdeskundige een 'plotselinge ommezwaai' kon maken in de beoordeling van de capaciteiten van de werknemer met knieklachten. Tot het moment van de rapportage was telkens de conclusie geweest dat de werknemer met knieklachten niet meer het oorspronkelijke werk, maar slechts aangepast werk zou kunnen doen. De arbeidsdeskundige heeft het rapport volgens de rechter enkel gebaseerd op basis van door de werkgever aangeleverde gegevens.

Aangepast werk
De werknemer betwist dat het aangeboden aangepaste werk passend is. Voltijds zittend werk achter een bureau in de hal waar de voorraden liggen en daar moertjes en boutjes sorteren en pakketten maken van materialen voor de projecten, is volgens de werknemer 'in enkele minuten gedaan' en 'zeker niet passend', maar eerder 'structureel wegpesten dan een werkelijke poging tot het vinden van passend werk.'

De rechter is van mening dat over aangepast werk overleg tussen werknemer en werkgever plaats moet vinden, maar ook dat het niet aan de werknemer is om zelf te bepalen wat passende arbeid is. Komen beide partijen er niet uit, dan is het aan het UWV om dit te beoordelen.

Het UWV is ook betrokken in deze kwestie, maar omdat de werknemer het aangepaste werk nooit heeft uitgevoerd, is nooit echt beoordeeld of het passend was. Door het werk niet te proberen en bij voorbaat te weigeren, is de rechter het met de werkgever eens dat de loonstop terecht is. Dat er een arbeidsconflict ontstond, en daarom er niet meer gewerkt kon worden door de werknemer, heeft de werknemer volgens de rechter zelf in de hand gewerk door het aangepaste werk niet uit te willen voeren.

Eindconclusie in deze zaak, waarin de Rechtbank Limburg op 23 januari uitspraak deed: het kassenbouwbedrijf moet de ontslagen werknemer onder meer nog een transitievergoeding van ruim 5 duizend euro betalen, maar niet het loon na de loonstop. Beide partijen moeten zelf hun proceskosten betalen, omdat ze allebei deels gelijk hebben gekregen.