Schrijf je in voor onze dagelijkse nieuwsbrief om al het laatste nieuws direct per e-mail te ontvangen!

Inschrijven Ik ben al ingeschreven

U maakt gebruik van software die onze advertenties blokkeert (adblocker).

Omdat wij het nieuws gratis aanbieden zijn wij afhankelijk van banner-inkomsten. Schakel dus uw adblocker uit en herlaad de pagina om deze site te blijven gebruiken.
Bedankt!

Klik hier voor een uitleg over het uitzetten van uw adblocker.

Meld je nu aan voor onze dagelijkse nieuwsbrief en blijf up-to-date met al het laatste nieuws!

Abonneren Ik ben al ingeschreven
MPS geeft context aan bevindingen PAN-NL

"De sector is actief bezig om gebruik en impact van schadelijke stoffen te beperken"

MPS deelt het volgende artikel: "Wij hebben kennisgenomen van het artikel van 12 februari 2025 van PAN-NL over de aanwezigheid van pesticiden in Valentijnsboeketten en begrijpen de zorgen die hierin worden geuit. Bij MPS zetten wij ons in voor een duurzamere sierteeltsector door kwekers te helpen verduurzamen en streven we naar een lager en verantwoord gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. We willen daarom graag reageren op de bevindingen en deze in een bredere context plaatsen.

MPS is opgericht voor de vermindering van gewasbeschermingsmiddelen in de sierteelt
Bij MPS werken we sinds 30 jaar samen met kwekers, handelaren en retailers om de afhankelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Dit doen we door middel van certificaten zoals MPS-ABC, die telers stimuleren om bewuster en duurzamer te telen, en data-inzichten waarmee kwekers zich met elkaar kunnen vergelijken. Bovendien heeft MPS de MPS-Lijst verboden werkzame stoffen, waar alle gecertificeerde kwekers aan moeten voldoen. Een werkzame stof komt op deze lijst als deze op ten minste twee internationale verboden lijsten staat¹. Dit is strenger dan de regelgeving van individuele landen en eist van telers wereldwijd die MPS-ABC gecertificeerd zijn om zulke stoffen uit te bannen.

Sierteelt in Afrika: andere ziektes en plagen, andere middelen
Het kweken van rozen en andere bloemen in Afrikaanse landen is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Een belangrijke reden hiervoor is dat het klimaat (rond de evenaar) zich uitstekend leent voor sierteelt. Er is vanwege veel zon en warmte minder energiegebruik nodig dan wanneer dezelfde bloemen in Europa zouden worden gekweekt. Ook liggen de meeste kwekerijen op grote hoogte (1000-2500 meter boven zeeniveau), wat zorgt voor groeiomstandigheden die de productie van andere variëteiten mogelijk maakt. Wel komen er andere, voor de teelt schadelijke, insecten en schimmels voor waarvoor andere bestrijdingsmiddelen nodig zijn.

Andere eisen voor bloemen en planten dan voor voedsel
Het is niet verrassend dat er residuen van gewasbeschermingsmiddelen zijn aangetroffen in snijbloemen, aangezien bloemen een niet-eetbaar product zijn waarvoor wereldwijd andere normen en regelgeving gelden dan voor voedselgewassen. In tegenstelling tot groente en fruit zijn er voor sierteeltproducten geen wettelijke Maximum Residu Limieten (MRL) vastgesteld in de EU. De sector is desondanks actief bezig om het gebruik en de impact van schadelijke stoffen te beperken.

Producenten en afnemers van bloemen zetten in op minder bestrijdingsmiddelen
De regelgeving wordt in vrijwel alle landen strenger op het gebied van bestrijdingsmiddelen. Veel grote retailers en zakelijke afnemers stellen bovendien additionele inkoopeisen ten aanzien van bestrijdingsmiddelen, ook buiten de EU, die verder gaan dan de lokale wetgeving. Certificering is daarvoor een belangrijk instrument. Veel kwekers willen zelf vanuit een intrinsieke motivatie ook 'groener' produceren.

Op de meeste land- en tuinbouwbedrijven maken boeren en tuinders gebruik van 'geïntegreerde gewasbescherming'. Dat betekent dat de aandacht ligt op het voorkomen van ziektes en plagen, daarna het gebruik van niet-chemische methodes voor bestrijding en pas als laatste wordt chemie ingezet en dan zo min mogelijk. Preventieve en niet-chemische maatregelen zijn bijvoorbeeld biologische bestrijders zoals roofwantsen, plakstrips/vangplaten, natuurlijke middelen zoals oliën waarmee plaaginsecten aan bladeren blijven plakken en fysieke maatregelen zoals insectengaas of zelfs afzuigers om ongewenste insecten te vangen. MPS stimuleert kwekers om, wanneer ze toch chemische middelen gebruiken, middelen met een lagere impact op mens en milieu te gebruiken. Daartoe bieden we kwekers inzicht in alternatieven voor middelen met een hoge potentiële impact.

Data toont afname van meest schadelijke stoffen
We zien een afname in gebruik van bestrijdingsmiddelen bij de MPS-ABC deelnemers in alle regio's, inclusief Afrika. Uit een recente analyse van 309 snijbloemenkwekers in Nederland, Europa en Afrika die van 2013 tot 2023 ieder jaar hun verbruik hebben geregistreerd blijkt dat:

  • het gebruik per hectare van gewasbeschermingsmiddelen in snijbloemen de afgelopen tien jaar een dalende trend vertoont (meer dan 20% afname in tien jaar);
  • het gebruik van middelen met potentieel² de meeste milieu-impact ('rode middelen' volgens de MPS-systematiek) sterk is gedaald van 12% van het totaal naar 2% van het totaal (wat een afname in rode werkzame stoffen per hectare betekent van meer dan 85%);
  • de trends in de verschillende regio's vergelijkbaar zijn.

Deze cijfers laten zien dat de sector al aanzienlijke stappen heeft gezet om de impact op mens en milieu te verkleinen. Tegelijk blijft er uiteraard ruimte voor verbetering, die MPS blijft nastreven met de aangesloten kwekers en andere stakeholders.

Internationale verschillen in wet- en regelgeving
Een belangrijk punt in het artikel van PAN-NL is de aanwezigheid van in de EU verboden pesticiden op geïmporteerde bloemen. Dit is deels te verklaren door de verschillen in wet- en regelgeving per land.

  • In de EU gelden strikte regels voor het gebruik en de toelating van gewasbeschermingsmiddelen, waarbij sommige stoffen om redenen van impact op omgeving, mens en milieu zijn verboden.
  • In productielanden buiten de EU zijn bepaalde middelen toegestaan die in de EU verboden zijn, omdat daar andere toelatingsprocedures en landbouwomstandigheden gelden. Er gelden dan wel strenge toepassingsvoorschriften.

MPS wil een actievere rol spelen bij de bewustwording onder aangesloten kwekers die exporteren naar Europa door inzicht te geven welke stoffen in de EU al dan niet toegelaten zijn.

MPS gaat graag de samenwerking om de impact van bestrijdingsmiddelen te minimaliseren
MPS werkt graag samen met alle stakeholders, inclusief PAN-NL, overheden en sectorpartijen, om de sierteelt duurzamer te maken. Wij geloven dat oplossingen niet alleen bij telers, afnemers en certificeringssystemen liggen, maar dat er op beleidsniveau ook maatregelen nodig zijn, zoals strengere internationale afspraken over de export en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen om een gelijk speelveld te creëren.

Wat betekent dit voor consumenten?
Wij moedigen consumenten aan bewuste keuzes te maken als het gaat om duurzaamheid. Door te kiezen voor bloemisten met een certificaat 'Barometer Duurzame Bloemist' en bloemen en planten met een MPS-certificering wordt gekozen voor producten afkomstig van kwekers die aantoonbaar werken aan een duurzamere teelt. Wie nog verder wil gaan, kan vragen naar MPS-GreenerGrown en biologisch gekweekte bloemen of planten (beiden helaas wel nog maar beperkt beschikbaar).

Tot slot willen wij benadrukken dat wij ons niet herkennen in alle negatieve berichtgeving die de media de laatste tijd over deze bloeiende sector uitstrooien. Het harde werken van kwekers, de intrinsieke motivatie om het goed te doen voor de komende generaties en de vele duurzame innovaties blijven onterecht teveel onderbelicht."

¹Deze MPS-lijst van verboden werkzame stoffen is samengesteld op basis van vijf bronnen:
• POP: The Stockholm Convention on Persistant Organic Pollutants
• PIC: The Rotterdam Convention on Prior Informed Consent
• PAN: Dirty Dozen
• EU: Pesticide Database Not Approved Pesticides
• WHO: Ia en Ib lijsten

²De daadwerkelijke milieu-impact hangt sterk af van hoe en waar het middel wordt gebruikt. Daarnaast is de hoeveelheid belangrijk. Gericht, tijdig en gecontroleerd gebruik van een sterker middel kan minder milieu-impact hebben dan grover gebruik van een zwakker middel.

Bron: MPS

Publicatiedatum: