Nu al starten met de opbouw van een groot leger biologische bestrijders in het paprikagewas? Die strategie gaat dit jaar op vier praktijkbedrijven uitgevoerd worden.
Hoe werkt het?
Alle biologische bestrijders die tegen bladluis in de markt zijn, hebben bladluis nodig om goed te kunnen aanslaan. Eigenlijk willen paprikatelers helemaal geen luis in hun gewas. De vier teeltbedrijven die meedoen in deze pilot, willen dat wel. Zij durven het aan om aardappeltopluis in hun paprikateelt in te laten zetten. Een vorm van een pest-in-first-systeem.
In een gesloten tunnelsysteem op de kwekerij zelf, is een kweek van de bladluis aardappeltopluis op rozen en paprikaplanten al vroeg in de teelt opgezet. Nu is ook het zorgvuldig oogsten en inzetten van deze 'kweekluizen' in voedingsrijen in de productieteelt gestart. Om met deze luizen een brede set van biologische bestrijders te gaan opbouwen. Adviseur Sjors van den Berg van Quabio is de bedenker en uitvoerder van de pilot. De gewascoöperatie Paprika van Glastuinbouw Nederland ondersteunt de pilot financieel.
Waarom deze opzet?
Iedere paprikateler krijgt vroeg of laat bladluis in zijn teelt. Heel snel extra biologie inzetten is vaak de strategie. Maar de snelheid waarmee bladluis zich ontwikkelt, is groot. Grote haarden van bladluis schaden de groei van de jonge paprikaplant. Bladluizen scheiden honingdauw af. Dit geeft vette plekken op de paprika's, wat de kwaliteit niet ten goede komt. Komt de biologie te laat op gang, dan is er al veel schade ontstaan. De telers die actief meedoen aan de pilot willen met de nieuwe aanpak de biologie vroeg op een hoog niveau brengen. Dit om te voorkomen dat later in de teelt schade ontstaat door grote bladluispieken in hun teelt.
Veel bladluis nodig
Veel bladluis is nodig. Om snel een flink leger aan biologische bestrijders in de teelt op te bouwen. De succesvolle bestrijder Propylea kan pas na het verorberen van veel bladluis eieren afzetten in het gewas. Inmiddels kent iedere paprikateler het succes van deze bestrijder. Ook in de pilot vormt Propylea een belangrijke basis. Sluipwespen slaan pas goed aan in het gewas als bladluis aanwezig is om ze te kunnen parasiteren. Aardappeltopluis is een grote bladluis, zodat hieruit grote robuuste sluipwespen te kweken zijn. Een grote variatie aan sluipwespen gaat worden ingebracht, zodra voldoende luis aanwezig is om een vliegende start te kunnen maken.
Waarom deze luis?
Aardappeltopluis vestigt zich matig op de paprikaplant. Goed genoeg om echt veel bestrijders mee op te bouwen. Graanpollen is een ander systeem om preventief bestrijders mee op te bouwen, maar worden vaak best snel leeg gegeten. In dit systeem zijn geen graanpollen nodig, de luis vestigt zich in het paprikagewas zelf. Veel aardappeltopluis wordt dus ingebracht in de teelt om de populatie biologische bestrijders mee op te bouwen. Vorig jaar is de biologie uitsluitend in de weken 6 tot 12 ingebracht. Hierna is het belangrijk een goed gecontroleerd systeem neer te zetten door intensief waar te nemen en wel of niet aardappeltopluis en/of biologie erbij in te zetten. Andere bladluissoorten zoals de verschillende perzikluizen kunnen niet goed tot ontwikkeling komen als dit systeem robuust staat.
Herhaling van de opzet is belangrijk
Vorig jaar is de pilot in het project Kas als ecosysteem op twee van de drie deelnemende bedrijven vrij succesvol verlopen. Voor twee van de deelnemende bedrijven is dit een herhalingsjaar. De pilot is daarnaast uitgebreid met een grotere productielocatie van 9 ha en een ecoteler. Paprikatelers geven aan dat de bladluisbeheersing elk jaar anders verloopt. Het blijft echter een knelpunt in de teelt. Belangrijk is dit nieuwe systeem dit jaar succesvol herhaald te zien. Pas dan kan blijken of dit bladluisbeheersing 'out of the box' een gamechanger is voor de Nederlandse paprikateelt.
Bron: Glastuinbouw Nederland